Instrumentenpaneel - betekenis waarschuwingssymbolen

De waarschuwingssymbolen attenderen u erop dat de bijbehorende belangrijke functies/systemen ingeschakeld zijn of dat er ernstige storingen of gebreken zijn opgetreden.

Waarschuwingssymbolen

SymboolBetekenis
Symbol oljetryckLage oliedruk1
Symbol parkeringsbromsParkeerrem ingeschakeld, digitaal instrument
P4-1220-Y55X Symbol ParkeringsbromsParkeerrem ingeschakeld, analoog instrument
Symbol krockkuddeAirbags (SRS)
Copy of Symbol bältespåminnareGordelwaarschuwing
Symbol batteriDynamo laadt niet bij
P4-1220 Brake symbol in combiinstr.Storing in remsysteem
Symbol varningWaarschuwing

Lage oliedruk

Als het lampje tijdens het rijden oplicht, is de druk van de motorolie te laag. Zet de motor onmiddellijk af en controleer het motoroliepeil. Vul zo nodig olie bij. Als het lampje oplicht terwijl het oliepeil in orde is, moet u contact opnemen met een werkplaats. Volvo adviseert dat u daarvoor een erkende Volvo-werkplaats bezoekt.

Parkeerrem ingeschakeld

Het lampje brandt continu, wanneer u de parkeerrem hebt aangezet. Het lampje brandt tijdens het aanzetten. Voor meer informatie, zie Parkeerrem.

Airbags (SRS)

Als het lampje tijdens het rijden oplicht of blijft branden, is er een storing geregistreerd in de gordelsluiting of in het SRS-, SIPS- of IC-systeem. Rijd de auto zo spoedig mogelijk naar een werkplaats om het systeem te laten controleren. Volvo adviseert dat u daarvoor een erkende Volvo-werkplaats bezoekt.

Gordelwaarschuwing

Het lampje brandt als u of de voorpassagier geen veiligheidsgordel draagt of als iemand op de achterbank de gordel heeft losgenomen.

Dynamo laadt niet bij

Het lampje gaat tijdens het rijden branden, als er sprake is van een storing in het elektrisch systeem. Bezoek een werkplaats. Volvo adviseert dat u daarvoor een erkende Volvo-werkplaats bezoekt.

Storing in remsysteem

Als het lampje oplicht, is het remvloeistofpeil mogelijk te laag. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand en controleer het peil in het remvloeistofreservoir, zie Rem- en koppelingsvloeistof - peil.

Als de waarschuwingssymbolen voor het remsysteem en ABS tegelijkertijd branden, kan er een storing in de remkrachtverdeling zijn opgetreden.

Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand en zet de motor af.

Start de motor opnieuw.

  • Rijd verder als beide symbolen uitgaan.
  • Als de symbolen echter blijven branden, moet u het peil in het remvloeistofreservoir controleren, zie Rem- en koppelingsvloeistof - peil. Als de lampjes blijven branden ondanks dat het peil van de remvloeistof in orde is, moet u de auto uiterst voorzichtig naar een werkplaats rijden om het remsysteem te laten controleren. Volvo adviseert dat u daarvoor een erkende Volvo-werkplaats bezoekt.

 Waarschuwing

Als de remvloeistof onder het MIN-niveau in het remvloeistofreservoir ligt, mag u pas verder rijden als de remvloeistof is bijgevuld.

Het remvloeistofverlies moet door een werkplaats worden gecontroleerd. Volvo adviseert u daarvoor contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.

 Waarschuwing

Als de rem- en ABS-symbolen tegelijkertijd branden, bestaat de kans dat de achtertrein bij krachtig afremmen slipt.

Waarschuwing

Het rode waarschuwingssymbool gaat branden, wanneer er een storing is geregistreerd die van invloed kan zijn op de veiligheid en/of de rijeigenschappen van de auto. Er verschijnt tegelijkertijd een verklarende tekstmelding op het informatiedisplay. Het symbool blijft branden totdat de storing is verholpen, maar de melding kunt u verwijderen met de OK-knop, zie Menufuncties - instrumentenpaneel. Het waarschuwingssymbool kan ook gaan branden in combinatie met andere symbolen.

Actie:
Stop zo spoedig mogelijk. Rijd niet verder met de auto.
Lees de informatie op het informatiedisplay. Voer de handeling uit die de melding op het display u voorschrijft. Wis de melding met de OK-knop.

Waarschuwing, portieren niet gesloten

Als een van de portieren niet goed dichtstaat, gaat het informatie- of waarschuwingssymbool branden en verschijnt er een verklarende afbeelding op het informatiedisplay. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand en sluit het portier dat openstaat.

Symbol information läs displaytext - text

Als de auto met een snelheid van maximaal 7 km/h rijdt, gaat het informatiesymbool branden.

Symbol varning - text

Als de auto met een snelheid van maximaal 7 km/h rijdt, gaat het waarschuwingssymbool branden.

Als de motorkap2 niet goed dichtstaat, gaat het waarschuwingssymbool branden en verschijnt er een verklarende afbeelding op het informatiedisplay. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand en sluit de motorkap.

Als de achterklep niet goed dichtstaat, gaat het informatiesymbool branden en verschijnt er een verklarende afbeelding op het informatiedisplay. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand en sluit de achterklep.

  1. 1 Bepaalde motorvarianten hebben geen systeem dat waarschuwt bij het wegvallen van de oliedruk. Bij auto’s met dergelijke motorvarianten is het symbool voor een geringe oliedruk niet in gebruik. In plaats daarvan wordt via een displaymelding gewaarschuwd voor een lage oliedruk. Voor meer informatie, zie Motorolie - algemeen.
  2. * Optie/accessoire.
  3. 2 Alleen auto’s met alarm*.