Navigatie* - kaart-opties

Hier kunt u instellingen verrichten voor de kaartweergave en wat er moet worden weergegeven.
P3-1420-NAV-Melco Meny Inställn Kartalt VisaHelskärm

Kaartweergave op volledig scherm

Druk in de normaalweergave van de navigatiebron op OK/MENU en kies InstellingenKaartoptiesKaart op volledig scherm tonen.

Kies de kaartgrootte:

  • Vakje aangevinkt - kaartweergave over het volledige beeldscherm.
  • Vakje uitgevinkt - autogegevens zoals de binnentemperatuur of de beluisterde media worden onder of boven aan het scherm weergegeven.

Kaartstand

Druk in de normaalweergave van de navigatiebron op OK/MENU en kies InstellingenKaartoptiesType kaart.

Kies hoe de kaart op het beeldscherm moet worden weergegeven:

  • Noorden boven - de kaart wordt altijd met het noorden boven aan het beeldscherm weergegeven. Het autosymbool beweegt in de desbetreffende windstreek op het scherm.
  • Kaart in rijrichting - het autosymbool vormt het middelpunt en wijst altijd omhoog op het beeldscherm. De kaartweergave roteert onder het autosymbool en dat is gerelateerd aan hoe de weg loopt.
  • 3D-kaart basis - de kaart wordt schuin van boven weergegeven met het autosymbool in het midden en de rijrichting wijst omhoog op het beeldscherm.
  • 3D-kaart geavanceerd - identiek aan de vorige optie met dat verschil dat verschillende objecten, gebouwen enzovoort worden weergegeven op het kaartscherm.

Informatie langs de snelweg

Druk in de normaalweergave van de navigatiebron op OK/MENU en kies InstellingenKaartoptiesSnelweginformatie.

Kies een functie:

  • Vakje aangevinkt - wanneer de auto over een snelweg rijdt, worden de eerstvolgende drie (3) afritten naar bijvoorbeeld een parkeerplaats of een tankstation weergegeven. De afritten worden dusdanig geordend dat de eerstvolgende afrit onder in de lijst staat.
  • Uitgevinkt vakje - functie uitgeschakeld.

Informatie over de actuele positie

Druk in de normaalweergave van de navigatiebron op OK/MENU en kies InstellingenKaartoptiesPositie-informatie.

Kies positiegegevens:

  • Huidige straat - het beeldscherm geeft de naam weer van de weg/straat waar de auto/cursor zich bevindt.
  • Lengtegraad/breedtegraad - het beeldscherm geeft de coördinaten weer voor de positie waar de auto/cursor zich bevindt.
  • Geen - het beeldscherm geeft geen informatie weer voor de positie waar de auto/cursor zich bevindt.

Kompas

Op de kaartweergave op het beeldscherm staat een kompas die aangeeft in welke richting de voorkant van de auto wijst.

P3-1020-NAV-sv60 KompassnålP3-1420-NAV-Melco Kompassnål N-V-S-E

De rode punt van de kompasnaald wijst in noordelijke richting en de witte wijst naar het zuiden. In plaats van grafische weergave van de kompasrichtingen kunt u ook kiezen voor weergave van de windstreken met letters.

Druk in de normaalweergave van de navigatiebron op OK/MENU en kies InstellingenKaartoptiesKompas.

Geef aan of de kompasrichting moet worden aangegeven met een kompasnaald of met letters:

  • Grafisch - een kompasnaald geeft de kompasrichting aan.
  • Tekst - de letters N voor noord, W voor west, S voor zuid en E voor oost geven de kompasrichting aan.

U kunt ook de kompasrichting van de kaartweergave – noorden of rijrichting bovenaan – aanpassen, zie de paragraaf "Kaartstand kompasrichting" eerder.

Nuttige plaatsen (POI) op de kaart

Druk in de normaalweergave van de navigatiebron op OK/MENU en kies InstellingenKaartoptiesPOI-symbolen.
P3-1020-NAV- Inställningar POI på karta-2
De gemarkeerde POI 's worden op de kaart weergegeven.

Kies welke POI-symbolen op de kaart moeten worden weergegeven:

  • Standaard - de POI's die u met de functie Gekozen hebt gekozen, worden weergegeven.
  • Gekozen – kies met de TUNE-knop + OK elke POI die op het beeldscherm moet worden weergegeven.
  • Geen - er worden geen POI's weergegeven.

Om de kaartweergave niet onnodig te compliceren geldt een beperking voor het aantal POI's dat gelijktijdig op het scherm kan worden getoond – bij het inzoomen op een bepaald gebied ziet u meerdere POI's.

Kaartkleuren

Druk in de normaalweergave van de navigatiebron op OK/MENU en kies InstellingenKaartoptiesKaartkleuren.

Kies de instelling voor de kaartkleuren:

  • Automatisch - een lichtsensor registreert of er sprake is van dag of nacht en past het beeldscherm automatisch aan.
  • Dag - de kleuren en het contrast van het beeldscherm worden helder en scherp.
  • Nacht - de kleurweergave en het contrast van het beeldscherm worden afgestemd voor optimaal zicht bij donker.

Opgeslagen locatie op de kaart

Druk in de normaalweergave van de navigatiebron op OK/MENU en kies InstellingenKaartoptiesOpgeslagen locatie op kaart.
Er verschijnt een lijst met alle opgeslagen locaties.
  1. * Optie/accessoire.