Park Assist* - functie

Bij het starten van de motor wordt Park Assist automatisch geactiveerd - het lampje in de Aan/Uit-knop brandt. Wanneer u Park Assist met deze knop uitschakelt, dooft het lampje.
P4-1220-Parkeringshjälp På-/Av-knapp
Aan/Uit sensoren voor Park Assist en CTA1.

Op het display van de middenconsole verschijnt een schematische weergave van de onderlinge posities van de auto en een eventueel obstakel.

P4-1220-PAS-displaygrafik
Displayweergave - toont linksvoor en rechtsachter een obstakel.

De gemarkeerde sector(en) geeft/geven aan welke van de vier sensoren een obstakel heeft/hebben waargenomen. De gemarkeerde sector ligt dichter bij het autosymbool, naarmate de afstand tussen de auto en het waargenomen obstakel kleiner is.

Hoe dichter u het obstakel achter of voor de auto nadert, des te sneller volgen de geluidssignalen elkaar op. Wanneer u ondertussen het audiosysteem beluistert, wordt het volume daarvan tijdelijk verlaagd.

Bij een afstand tot 30 cm bestaat het geluidssignaal uit een ononderbroken toon en is de sensorsector die het dichtst bij de auto ligt geheel gevuld. Als er zowel voor als achter de auto obstakels binnen deze afstand zijn waargenomen, wisselen de geluidssignalen uit de luidsprekers voor- en achterin elkaar af.

 Belangrijk

Obstakels zoals kettingen, smalle glanzende palen of lage obstakels kunnen "afgeschaduwd" worden en worden in dat geval tijdelijk niet geregistreerd door de sensoren – het onderbroken geluidssignaal kan dan plotseling wegvallen in plaats van over te gaan in het verwachte ononderbroken geluidssignaal.

De sensoren kunnen geen hoge obstakels ontdekken, zoals uitstekende laadperrons.

  • Wees in dergelijke gevallen extra voorzichtig en bedien/verrijd de auto erg langzaam of breek de parkeermanoeuvre af – er bestaat groot gevaar voor materiële schade aan de auto of de omgeving, aangezien de informatie afkomstig van de sensoren in dergelijke situaties niet altijd betrouwbaar is.