Brandstof tanken

De brandstoftank is voorzien van een doploos tanksysteem. Tanken gaat als volgt:
P4-1220-Fuel filling
Open de tankvulklep.

Kies een brandstof die is goedgekeurd voor gebruik in de auto op basis van de aanduiding1 aan de binnenkant van de tankvulklep.

Zie de informatie over de goedgekeurde brandstofsoorten in de artikelen over benzine en diesel.

Steek het mondstuk van het vulpistool in de brandstofvulopening. Let erop dat u het mondstuk van het vulpistool correct in de vulpijp steekt. De vulpijp bevat twee kleppen die te openen zijn. Zorg dat u het vulpistool door de beide kleppen hebt gestoken, voordat u begint met tanken.
Giet de tank niet te vol door het vulpistool na de eerste afslag meteen uit de vulopening te halen.

 N.b.

Een overvolle tank kan bij warm weer overstromen.

 N.b.

Voorkom morsen door na het tanken ca. 5–8 seconden te wachten en daarna het vulpistool voorzichtig te verwijderen.
  1. 1 De aanduiding conform de CEN-norm EN16942 zit aan de binnenkant van de tankvulklep en uiterlijk eind 2018 ook op de desbetreffende brandstofpompen en mondstukken op tankstations in heel Europa.