Afstandsstart (ERS) - bediening

Met afstandsstart ((ERS – Engine Remote Start)) kunt u de motor van de auto op afstand starten om de passagiersruimte voor aanvang van de rit te verwarmen/koelen. ERS is te activeren via de transpondersleutel en/of via Volvo On Call*, zie .
P3-1346-Fjärrnyckel fjärrstart (ERS)
Knoppen voor afstandsstart op sleutel.
  1. Ikon röd cirkel 1Ontgrendelen
  2. Ikon röd cirkel 2Vergrendelen
  3. Ikon röd cirkel 3Approach-verlichting
  4. Ikon röd cirkel 4Achterklep ontgrendelen
  5. Ikon röd cirkel 5Informatie1

Motor op afstand starten

Om de motor op afstand te kunnen starten moet de auto vergrendeld staan en de motorkap dichtstaan.

Doe het volgende:

  1. Druk kort op de knop (2) van de sleutel.
  2. Druk vervolgens lang – minimaal 2 seconden – op de knop (3).

Als aan de voorwaarden voor afstandsstart is voldaan, vindt bovendien het volgende plaats:

  1. De richtingaanwijzers lichten snel enkele malen achtereen op.
  2. De motor start.
  3. Ter bevestiging dat de motor is gestart lichten de richtingaanwijzers vervolgens 3 seconden lang op.

 N.b.

Na het op afstand starten is de auto nog steeds vergrendeld, echter met een gedeactiveerde bewegingsmelder*.

Met PCC2

P3-1220-Fjärrnyckel Symbol 'i'

Het lampje voor Approach-verlichting3 gaat bij het indrukken van de knop eerst enkele malen knipperen en brandt vervolgens continu, mits aan alle voorwaarden voor afstandsstart is voldaan. Dit betekent echter niet dat de afstandsstart de motor heeft gestart.

Om te controleren of de afstandsstart de motor gestart heeft kunt u op de toets (5) drukken – als de motor aangeslagen is, wordt dit aangegeven met de lampjes bij de knoppen (2) en (3).

Actieve functies

Bij een via afstandsstart geactiveerde motor zijn de volgende functies actief:

  • Klimaatregeling
  • audio-/videosysteem
  • Approach-verlichting.

Inactieve systemen

Bij een via afstandsstart geactiveerde motor zijn de volgende functies niet actief:

  • koplampen
  • parkeerlichten
  • kentekenplaatverlichting
  • ruitenwisser.

Onderbreking afstandsstart

In de volgende gevallen wordt een afstandsstart onderbroken:

  • de toets (1), (2) of (4) op de transpondersleutel wordt ingedrukt
  • de auto wordt ontgrendeld
  • er wordt een portier geopend
  • het gas- of rempedaal wordt bediend
  • de keuzehendel wordt uit stand P gehaald
  • de afstandsstart is langer dan 15 minuten actief geweest.

Bij het afzetten van een via afstandsstart geactiveerde motor lichten de richtingaanwijzers 3 seconden lang op.