Rijbaanassistent (LKA) - functie

De Rijbaanassistent is een van de functies van Driver Alert System – wordt ook wel LKA (Lane Keeping Aid) genoemd.

De functie is bedoeld voor gebruik op snelwegen, hoofdwegen en dergelijke en beperkt de kans op het in bepaalde situaties onbedoeld verlaten van de eigen rijbaan.

Het is mogelijk bepaalde instellingen te verrichten voor de Rijbaanassistent.

Aan & Uit

De Rijbaanassistent is actief in het snelheidsinterval 65–200 km/h op wegen met goed zichtbare zijlijnen. Op smalle wegen, als de rijbaan tussen de zijlijnen minder dan 2,6 meter breed is, wordt het systeem tijdelijk uitgeschakeld.

P3-1020-sv60 LDW - PÅ-knapp

Met de knop op de middenconsole kunt u de functie in- en uitschakelen. Het brandende lampje in de schakelaar geeft aan dat de functie geactiveerd is.

Bij bepaalde combinaties van opties is er geen plek vrij voor een Aan/Uit-knop op de middenconsole – in dat geval is het systeem te bedienen via het MY CAR van de auto. Voor een beschrijving van het menusysteem, zie MY CAR.

In MY CAR kunt u bovendien het volgende kiezen:

  • Waarschuwen met stuurtrillingen: – Aan of Uit.
  • Actief bijsturen: – Aan of Uit.
  • Zowel Waarschuwen met stuurtrillingen als Actief bijsturen: – Aan of Uit.

Actief bijsturen

De Rijbaanassistent probeert de auto binnen de zijlijnen van de rijbaan te houden.

P4-1220-LKA Princip Styrhjälp
LKA grijpt in en stuurt weg.

Als de auto de linker of rechter zijlijn van de rijbaan nadert zonder dat u de richtingaanwijzer hebt geactiveerd, wordt de auto bijgestuurd.

Waarschuwen met stuurtrillingen

P4-1220-LKA Princip Varning+Styrhjälp
LKA stuurt actief bij en waarschuwt met stuurtrillingspulsen1.

Als de auto een zijlijn passeert, waarschuwt de Rijbaanassistent hiervoor met stuurtrillingspulsen. Dit gebeurt ongeacht de vraag of de auto wel of niet actief wordt bijgestuurd via een stuurbeweging.

Dynamisch bochtenwerk

P4-1220-LKA Princip Gena i kurva
In een scherpe binnenbocht grijpt LKA niet in.

In bepaalde gevallen staat de Rijbaanassistent toe dat de zijlijnen worden overschreden zonder in te grijpen met actief bijsturen of te waarschuwen met stuurtrillingspulsen. Het bij goed zicht benutten van de aangrenzende rijbaan voor dynamisch bochtenwerk is een voorbeeld van zo’n geval.

  1. 1 De afbeelding toont 3 trillingspulsen bij het passeren van de zijlijn.