Radarsensor - beperkingen

Een radarsensor heeft bepaalde beperkingen die onder meer terug te voeren zijn op het beperkte blikveld.

De adaptieve cruisecontrol heeft veel meer moeite om een voorligger te ontdekken, als:

  • als de snelheid van de voorligger veel afwijkt van die van uw eigen auto
  • als de radarsensor gehinderd wordt door bijvoorbeeld hevige regenval of als sneeuwmodder of andere verontreinigingen de radarsensor afdekken.

 N.b.

Houd het oppervlak vóór de radarsensor schoon - zie het gedeelte ‘Onderhoud’.

Blikveld

De radarsensor heeft een beperkt bereik. In bepaalde gevallen wordt een voertuig niet ontdekt of later dan verwacht.

P3-1020-sv60 AdaptivFarthållare Radarsensor reducerad-2
Blikveld van de ACC.
Ikon röd cirkel 1Soms kan de radarsensor een voertuig op korte afstand pas laat registreren, bijvoorbeeld als een inhalend voertuig invoegt tussen u en uw voorligger.
Ikon röd cirkel 2Ook kleine voertuigen, zoals motorfietsen of voertuigen die niet in het midden van de rijstrook rijden, kunnen onopgemerkt blijven.
Ikon röd cirkel 3In bochten kan de radarsensor op het verkeerde voertuig reageren of een eerder opgemerkt voertuig uit het zicht verliezen.

 Waarschuwing

De bestuurder dient altijd rekening te houden met de verkeersomstandigheden en in te grijpen, wanneer de adaptieve cruisecontrol geen passende snelheid of afstand aanhoudt.

De adaptieve cruisecontrol leent zich niet voor alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden.

Neem alle hoofdstukken over de adaptieve cruisecontrol in de gebruikershandleiding door voor informatie over de systeembeperkingen die u moet kennen alvorens het systeem te gebruiken.

De bestuurder is er altijd verantwoordelijk voor dat de juiste afstand en snelheid worden aangehouden, ook bij gebruik van de adaptieve cruisecontrol.

 Waarschuwing

Accessoires of andere voorwerpen, zoals bijv. verstralers, mogen niet vóór de grille worden gemonteerd.

 Waarschuwing

De adaptieve cruisecontrol is geen systeem dat botsingen voorkomt. Grijp zelf in zodra u merkt dat het systeem een voorligger niet registreert.

De adaptieve cruisecontrol reageert niet op voetgangers of dieren noch op kleinere voertuigen, zoals fietsen of motorfietsen e.d. Tegenliggers, langzaam rijdende en stilstaande voertuigen of vaste obstakels worden eveneens genegeerd.

Gebruik de adaptieve cruisecontrol niet in stadsverkeer of verkeersdrukte, op kruisingen, bij gladheid, hevige regen- of sneeuwval of slecht zicht en evenmin op weggedeelten met een dikke laag water of sneeuwmodder, op bochtige wegen of op op- en afritten.