Veiligheid

De auto is voorzien van diverse veiligheidssystemen die samenwerken om u en uw medepassagiers te beschermen bij een ongeluk.

De auto is uitgerust met een aantal sensoren die bij een ongeval reageren en bepaalde veiligheidssystemen activeren, zoals verschillende soorten airbags en de gordelspanners van de veiligheidsgordels. Afhankelijk van de specifieke ongevalssituatie, zoals aanrijdingen onder verschillende hoeken, over de kop slaan of van de weg raken, reageren de systemen op verschillende manieren om zo de beste bescherming te bieden.

Daarnaast zijn er mechanische veiligheidssystemen zoals het Whiplash Protection System. De auto is bovendien zodanig gebouwd dat een groot deel van de kracht bij een aanrijding wordt verdeeld over de balken, de stijlen, de vloer, het dak en andere carrosseriedelen.

Na een ongeval kan de Safety Mode van de auto worden geactiveerd, als er een belangrijke functie in de auto beschadigd is geraakt.

Waarschuwingssymbool op bestuurdersdisplay

P5-1507 Symbol SRS indicator

Het waarschuwingssymbool op het bestuurdersdisplay gaat branden, wanneer u het elektrische systeem van de auto in contactslotstand II zet. Het symbool dooft na ongeveer 6 seconden, als blijkt dat de veiligheidssystemen van de auto in orde zijn.

 Waarschuwing

Als het waarschuwingssymbool blijft branden of tijdens het rijden gaat branden en het bericht SRS airbag Service urgent Rijd naar werkplaats op het bestuurdersdisplay verschijnt, is dit een teken dat een gedeelte van een veiligheidssysteem niet naar behoren werkt. Volvo adviseert u om zo spoedig mogelijk contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
P5-1507 Symbol General red

Als het specifieke waarschuwingssymbool defect is, gaat in plaats daarvan het algemene waarschuwingssymbool branden en het bestuurdersdisplay geeft dezelfde melding weer.