Wiel monteren

Instructie voor het monteren van wielen bij het verwisselen van wielen.

 Waarschuwing

Kruip nooit onder de auto als deze op een krik staat.

Laat nooit passagiers in de auto zitten als deze op een krik staat. Bij het verwisselen van een wiel langs de kant van de weg moeten eventuele passagiers op een veilige plek gaan staan.

Reinig de contactvlakken tussen het wiel en de naaf.

Breng het wiel aan. Haal de wielbouten stevig aan.

Gebruik geen smeermiddel op de draadwindingen van de wielbouten.

Breng de auto zo ver omlaag dat het wiel niet meer ongehinderd kan draaien.

Draai de wielbouten kruiselings vast. Het is belangrijk dat u de wielbouten stevig aanhaalt. Haal aan met 140 Nm. Controleer het aanhaalkoppel met een momentsleutel.

P5-1507- tightening wheel screws
Plaats de kunststof doppen terug op de wielbouten.

 N.b.

  • Plaats na het oppompen van een band altijd het ventieldopje terug om schade aan het ventiel door grind, vuil e.d. te voorkomen.
  • Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen ventieldopjes kunnen roesten en zijn moeilijk los te draaien.