Bluetooth®-eenheid aansluiten en loskoppelen

De auto is voorzien van Bluetooth® en kan draadloos communiceren met andere Bluetooth®-eenheden na registratie en aansluiting.

U kunt maximaal 15 externe Bluetooth®-eenheden registreren. U hoeft een eenheid slechts eenmaal te registreren. Na het registreren hoeft de eenheid niet langer zichtbaar/identificeerbaar te zijn, alleen moet Bluetooth® wel zijn geactiveerd.

Wanneer de Bluetooth®-functie actief is en de laatst aangesloten eenheid binnen het bereik ligt, vindt automatisch aansluiting op de auto plaats als deze wordt gestart. De naam van de aangesloten eenheid verschijnt in de normaalweergave van de bron. Druk op OK/MENU voor aansluiting op een andere eenheid en kies van eenheid wisselen.

De Bluetooth®-eenheid wordt automatisch losgekoppeld, wanneer deze buiten het bereik van de auto komt. Om een eenheid handmatig los te koppelen - Bluetooth in de eenheid deactiveren. Om de registratie van een Bluetooth®-eenheid in de auto ongedaan te maken, kies Bluetooth®-eenheid verwijderen. De auto zal daarna niet meer automatisch naar deze eenheid zoeken.

U kunt twee Bluetooth®-eenheden tegelijk hebben aangesloten. Bijvoorbeeld een telefoon P3-1346-x60-BT phone connected symbol en een media-eenheid P3-1346-x60-BT media playing symbol en u kunt van eenheid wisselen.

P3-1346-x60-Active BT sources
Telefoon aangesloten als telefoon en als media-eenheid.