Beeldscherm van het middendisplay

Het beeldscherm van het middendisplay wordt gebruikt om instellingen te verrichten en om de bestemming op te zoeken en te bepalen.
Als er geen kaart op het middendisplay wordt getoond:
- Druk op de bovenste menuregel van het homescherm Navigatie.
Bestuurdersdisplay

Alleen op een 12 inch bestuurdersdisplay verschijnt een kaart.
Tijdens het rijden krijgt u begeleiding via gesproken aanwijzingen plus aanwijzingen op het bestuurdersdisplay.
De knoppenset rechts op het stuurwiel en het bestuurdersdisplay
Met de rechter stuurknoppen kunnen bepaalde functies van de kaartnavigatie worden bediend, bijvoorbeeld Breng me naar huis.





Menu openen/sluiten
Druk op openen/sluiten (1).
Met met opties wordt geopend/gesloten. Het menu wordt na een periode van inactiviteit automatisch gesloten of na bepaalde opties.
Navigeren en kiezen in het menu
Blader door de menu's met pijl-links/pijl-rechts (2).
Blader door de opties met pijl-omhoog/pijl-omlaag (3).
Bevestig of markeer een keuze met (4).
De functie wordt geactiveerd en voor bepaalde opties wordt vervolgens het menu gesloten.
HUD – Head-up-display *

Kaartnavigatie op de voorruit.
U kunt ook begeleiding en informatie van het navigatiesysteem krijgen onder aan de binnenkant van de voorruit.
De positie van het informatieveld is aan te passen. HUD wordt nader beschreven onder "Head-up-display".
Stembediening
Veel functies kunnen ook worden uitgevoerd met stemcommando's.
Druk op de stuurknop, wacht op een signaal en zeg bijvoorbeeld "Rijd Huis".
De stembediening staat gedetailleerd beschreven onder "Stembediening bij kaartnavigatie", "Stembediening", "Stembediening gebruiken" en "Instellingen voor stembediening".