Gordelspanners

De auto is voorzien van pyrotechnische en elektrische gordelspanners die de veiligheidsgordels in kritieke situaties en bij aanrijdingen kunnen aanspannen.

Gordelspanners bij een botsing

Alle veiligheidsgordels zijn uitgerust met een pyrotechnische gordelspanner.

De pyrotechnische gordelspanner spant de veiligheidsgordel bij een voldoende krachtige botsing om de inzittende efficiënter te kunnen opvangen.

Gordelspanners in kritieke situaties

De gordelspanners voor bestuurder en passagier op de voorstoel zijn uitgerust met een elektrische gordelspanner.

De gordelspanner werkt samen met en is te activeren door de rijhulpsystemen City Safety en Rear Collision Warning. In kritieke situaties, zoals bij een noodstop, krachtige uitwijkmanoeuvres, van de weg raken (bijvoorbeeld wanneer de auto een greppel inrolt, van de grond komt of tegen een object botst), slippen of gevaar voor een botsing, kan de veiligheidsgordel door de elektromotor van de gordelspanner worden gespannen.

De elektrische gordelspanner plaatst de inzittende beter, wat het risico om tegen het interieur van de auto geworpen te worden tot een minimum reduceert en het effect van veiligheidssystemen (zoals de airbags van de auto) verbetert.

 Belangrijk

Als de passagiersairbag wordt gedeactiveerd, wordt ook de elektrische gordelspanner aan de passagierskant gedeactiveerd.

Een elektrische gordelspanner resetten

Zodra de kritieke situatie voorbij is, worden de gordel en de elektrische gordelspanner automatisch gereset.

Mocht de gordel desondanks toch aangespannen blijven:
Parkeer de auto op een veilige plek.
Neem de veiligheidsgordel af en doe deze vervolgens weer om.
De gordel en de elektrische gordelspanner worden gereset.

 Waarschuwing

Breng nooit zelf wijzigingen in de veiligheidsgordels aan en probeer ze nooit zelf te repareren. Volvo adviseert u om contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.

Als een veiligheidsgordel aan grote krachten heeft blootgestaan zoals tijdens een aanrijding, moet u de veiligheidsgordel in zijn geheel vervangen. De veiligheidsgordel kan een deel van zijn beschermende eigenschappen hebben verloren, zelfs als de veiligheidsgordel ogenschijnlijk niet beschadigd is. Vervang de veiligheidsgordel ook als deze versleten of beschadigd is. De nieuwe veiligheidsgordel moet zijn goedgekeurd en bedoeld voor montage op dezelfde positie als de vervangen veiligheidsgordel.