Verlichtingsbediening

U activeert de buitenverlichting via de bedieningselementen op de linker stuurhendel. Met de duimwielen op het dashboard kunt u de koplamphoogte1 en sterkte van de interieurverlichting aanpassen.

Draairing op stuurhendel

P5-1617 Stalk with turning ring
StandBetekenis
P5-1507 Symbol zero (light)

Dagrijverlichting wanneer het elektrische systeem van de auto in contactslotstand II staat of als de auto rijdt.

Grootlichtsignalering mogelijk.

P5-1507 Symbol position light

Dagrijverlichting en stadslichten voor/achterlichten achter, wanneer het elektrische systeem van de auto in contactslotstand II staat of als de auto rijdt.

Stadslichten voor/achterlichten, wanneer de auto geparkeerd staat2.

Grootlichtsignalering mogelijk.

P5-1507 Symbol low beam

Dimlicht en stadslichten voor/achterlichten.

Groot licht is te activeren.

Grootlichtsignalering mogelijk.

P5-1507 Symbol AUTO

Dagrijverlichting en stadslichten voor/achterlichten bij daglicht wanneer het elektrische systeem van de auto in contactslotstand II staat of wanneer de auto is ingeschakeld.

Dimlicht en stadslichten voor/achterlichten bij weinig daglicht of donker of wanneer de mistlampen voor* en/of het mistachterlicht geactiveerd zijn.

Het automatisch groot licht is te activeren.

U kunt het groot licht inschakelen, wanneer u het dimlicht voert.

Grootlichtsignalering mogelijk.

P5-1507 Symbol AHBCAutomatisch groot licht aan/uit.

Volvo adviseert om stand P5-1707 Symbol AUTO te gebruiken als er met de auto wordt gereden.

 Waarschuwing

Het verlichtingssysteem van de auto kan niet in elke situatie bepalen of het daglicht te zwak of sterk genoeg is, bijv. bij mist en regen.

Als bestuurder bent u verplicht om de verlichting van de auto altijd af te stemmen op de heersende omstandigheden en de geldende verkeerswetgeving.

Duimwielen op het dashboard

P5-1507 Light control panel
  1. P5-Icon red circle 1Duimwiel voor het aanpassen van de lichtsterkte in het interieur
  2. P5-Icon red circle 2Duimwiel voor koplamphoogteregeling

Een auto met led-3 koplampen* heeft automatische koplamphoogteregeling, zodat het duimwiel voor koplamphoogteregeling ontbreekt.

Lichtsterkte van interieurverlichting aanpassen

Afhankelijk van de contactslotstand gaat de interieurverlichting op een bepaalde manier branden.

Met het duimwiel past u de lichtsterkte aan van de displayverlichting, de knopverlichting, de achtergrondverlichting en de sfeerverlichting*.

Koplamphoogteregeling

Door de belading van de auto wordt de hoogte van de koplampen gewijzigd, zodat u tegenliggers mogelijk verblindt. U kunt dat voorkomen door de koplamphoogte bij te stellen. Stel de koplampen lager af als de auto zwaar beladen is.

Zie het artikel "Koplamphoogteregeling" voor de instellingen bij uiteenlopende belading.

  1. 1 Geldt voor auto's met halogeenkoplampen.
  2. 2 Ook bij een stilstaande, ingeschakelde auto, mits de draairing vanuit een andere stand in deze stand wordt gezet.
  3. * Optie/accessoire.
  4. 3 Lichtdiode (Light Emitting Diode)