Zuinig rijden
Een zuinigere manier van rijden kan bijdragen aan een lager brandstofverbruik.
Vóór het rijden
- Schakel indien mogelijk de preconditioning van de auto in voor aanvang van de rit.
- Als preconditioning bij koude weersomstandigheden niet mogelijk is, gebruik dan in eerste instantie de elektrische stoel- en stuurverwarming. Verwarm niet het hele interieur, omdat dit energie van de startaccu verbruikt.
- Laat de auto niet stationair warmdraaien.
- De bandenkeuze en bandenspanning zijn mogelijk van invloed op het energieverbruik – informeer bij een erkende Volvo-dealer naar passende banden.
- Neem geen spullen in de auto mee die u niet gebruikt – hoe groter de belading, hoe hoger het verbruik.
Tijdens het rijden
- Activeer de rijmodus Eco.
- Gebruik schakelstand D zo vaak mogelijk[1].
- Rijd bij handmatig schakelen in de hoogst mogelijke versnelling. Let op de schakelindicator.
- Rijd met gelijkmatige snelheid en met vooruitziende blik om zo weinig mogelijk te hoeven remmen. Rem indien mogelijk af op de motor.
- Bij hoge snelheden neemt het stroomverbruik toe, aangezien de luchtweerstand toeneemt naarmate de snelheid stijgt.
- Beperk bij koud weer zo mogelijk de elektrische verwarming van ruiten, spiegels, stoelen en stuurwiel.
- Rijd niet met open zijruiten.
- Houd de auto op een helling niet stil met het gaspedaal, maar activeer dan de functie automatische rem bij stilstand.
- Let op de boordcomputer om het tijdelijke brandstofverbruik te bekijken.
Zet de motor nooit af tijdens het rijden (zoals op een aflopende helling), omdat daarbij belangrijke systemen zoals de stuur- en rembekrachtiging wegvallen.Waarschuwing
Na het rijden
- Parkeer indien mogelijk in een geklimatiseerde garage.