Noodreparatieset voor banden gebruiken

De noodreparatieset voor banden (TMK1) is te gebruiken om een lek in een band tijdelijk af te dichten. Lees vóór gebruik alle instructies door.

Overzicht

P6-2124-XC40/C40-TMK overview
  1. P5-Icon red circle 1Sticker, toelaatbare maximumsnelheid
  2. P5-Icon red circle 2Knop
  3. P5-Icon red circle 3Voedingskabel
  4. P5-Icon red circle 4Bushouder
  5. P5-Icon red circle 5Manometer
  6. P5-Icon red circle 6Drukreduceerventiel
  7. P5-Icon red circle 7Sticker, waarschuwing voor op zijkant wiel
  8. P5-Icon red circle 8Bus met afdichtmiddel
  9. P5-Icon red circle 9Opening van de bus
  10. P5-Icon red circle 10Aansluiting voor de bus
  11. P5-Icon red circle 11Luchtslang
  12. P5-Icon red circle 12Aansluitventiel

Aansluiten

P6-2124-XC40/C40-TMK installation

 Waarschuwing

Let bij gebruik van het bandenreparatiesysteem op de volgende punten:
  • De bus met afdichtmiddel bevat natuurrubber-latex. Deze stoffen zijn gevaarlijk bij inname.
  • De inhoud van deze bus kan allergische huidreacties veroorzaken of op een andere manier mogelijk schadelijk zijn voor de luchtwegen, de huid, het centrale zenuwstelsel en de ogen.
Voorzorgsmaatregelen:
  • Buiten bereik van kinderen bewaren.
  • Gevaarlijk bij inname.
  • Vermijd langdurig of herhaaldelijk contact met de huid. Als er afdichtmiddel op uw kleren is gekomen dient u de betrokken kledingstukken uit te trekken.
  • Na gebruik daarom zorgvuldig wassen.
Eerste hulp:
  • Huid: Was blootgestelde delen van de huid met zeep en water. Neem bij eventuele symptomen contact op met een arts.
  • Ogen: Spoel minimaal 15 minuten overvloedig met water en til tussendoor het onderste en bovenste ooglid op. Neem bij eventuele symptomen contact op met een arts.
  • Inademing: Breng het slachtoffer in de frisse lucht. Neem bij aanhoudende irritatie contact op met een arts.
  • Doorslikken: Neem contact op met een arts.
  • Afval: Lever dit materiaal en de verpakkingen ervan in bij een inzamelingsplaats voor gevaarlijk afval. Volg altijd de nationale en lokale milieuregels.

 Waarschuwing

Verwijder de bus of de luchtslang niet tijdens het gebruik van de noodreparatieset voor banden.

 N.b.

Als de lekke band veroorzaakt is door een spijker of iets dergelijks, moet u die in de band laten zitten. Dat helpt bij het afdichten van het gat.

Voorbereidingen

Zet de gevarendriehoek op en schakel de alarmlichten in, als u een lekke band moet afdichten langs een drukke weg.

Verwijder de sticker met de toegestane maximumsnelheid die aan de ene kant van de compressor zit. Bevestig de sticker goed zichtbaar aan de binnenkant van de voorruit om u eraan te herinneren de toegestane maximumsnelheid aan te houden. Rijd na gebruik van de noodreparatieset voor banden nooit sneller dan 80 km/h (50 mph).

Neem tevens de waarschuwingssticker los en zorg ervoor dat deze goed op de zijkant van het wiel blijft zitten.

Controleer of de knop in stand 0 (uit) staat en neem de voedingskabel en de luchtslang erbij.

Breng de bus met afdichtmiddel in de compressor aan en draai vervolgens 90 graden rechtsom.

De bus is voorzien van een terugslagklep die voorkomt dat er vloeistof weglekt als de bus niet in de compressor is geplaatst.

Bevestig de luchtslang op de opening van de bus en draai 90 graden rechtsom.

Draai de ventieldop van de band los en schroef de ventielaansluiting van de luchtslang tot aan de aanslag vast over de draadwindingen van het bandventiel.

Beginnen met band repareren

Sluit de voedingskabel aan op de dichtstbijzijnde 12V-aansluiting en start de auto.

 N.b.

Zorg er bij een actieve compressor voor dat geen van de overige 12V-aansluitingen in gebruik is.

 Waarschuwing

Laat kinderen niet zonder toezicht in de auto achter als de motor draait.

Schakel de compressor in door de knop in stand I (aan) te zetten.

Als de compressor start, kan de druk oplopen tot 7 bar (102 psi), maar de druk daalt na ca. 30 seconden.

 Waarschuwing

Ga nooit naast de band staan terwijl de compressor aan het pompen is. Bij barsten, oneffenheden en dergelijke dient u de compressor onmiddellijk uit te schakelen. Beëindig in dat geval de rit. Roep pechhulp onderweg in om de auto naar een bandenwerkplaats te slepen. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-bandenwerkplaats.
Vul de band 7 minuten lang met afdichtmiddel.

 Belangrijk

Laat de compressor niet langer dan 10 minuten achtereen werken – risico van oververhitting.

Schakel de compressor uit om de bandenspanning van de manometer af te lezen. De bandenspanning dient minimaal 1,8 bar (26 psi) en maximaal 2,5 bar (36 psi) te bedragen. Laat bij een te hoge bandenspanning lucht uit de band ontsnappen.

Om bij het drukreduceerventiel te kunnen moet u eerst de bus met afdichtmiddel verwijderen. Verwijder de bus in de aangegeven volgorde:
  1. Koppel de luchtslang los van het bandventiel.
  2. Koppel de luchtslang los van de bus.
  3. Verwijder de bus uit de compressor.
  4. Sluit het ene eind van de luchtslang rechtstreeks aan op de compressor.
  5. Sluit het andere eind van de luchtslang weer op het aan op het bandventiel.
  6. Laat lucht ontsnappen door op het drukreduceerventiel te drukken.

 Waarschuwing

Als de bandenspanning lager is dan 1,8 bar (26 psi), is het gat in de band te groot. Beëindig in dat geval de rit. Roep pechhulp onderweg in om de auto naar een bandenwerkplaats te slepen. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-bandenwerkplaats.
Schakel de compressor uit en koppel de voedingskabel los.
Schroef de luchtslang los van het bandventiel en plaats de ventieldop terug op de band.

 N.b.

  • Plaats na het oppompen van een band altijd het ventieldopje terug om schade aan het ventiel door grind, vuil e.d. te voorkomen.
  • Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen ventieldopjes kunnen roesten en zijn moeilijk los te draaien.

Reinig de luchtslang voordat u deze opbergt en wees voorzichtig om te voorkomen dat er afdichtmiddel weglekt.

Leg zo spoedig mogelijk na de reparatie minstens 3 km (2 miles) af bij een snelheid van maximaal 80 km/h (50 mph), zodat het afdichtmiddel de band kan afdichten en verricht daarna een tweede controle.

 Waarschuwing

Tijdens de eerste slagen die de band ronddraait spuit er afdichtvloeistof uit het gat. Houd bij het wegrijden omstanders uit de buurt van de auto om te voorkomen dat ze afdichtmiddel op zich krijgen. De afstand moet minimaal 2 meter bedragen (7 voet).

Controle achteraf

Sluit de luchtslang aan op het bandventiel en schroef de ventielaansluiting tot aan de aanslag vast over de draadwindingen van het bandventiel. De compressor moet zijn uitgeschakeld.

Lees de bandenspanning van de manometer af.

  • Bij een spanning lager dan 1,3 bar (19 psi) is de band niet goed afgedicht. Beëindig in dat geval de rit. Roep wegenhulp in om de auto af te slepen.
  • Bij een bandenspanning hoger dan 1,3 bar (19 psi) moet u de band oppompen tot de spanning die staat aangegeven op de bandenspanningssticker aan de binnenkant van de portierstijl aan de bestuurderszijde (1 bar = 100 kPa = 14,5 psi). Laat bij een te hoge bandenspanning lucht uit de band ontsnappen.

 Waarschuwing

Controleer de bandenspanning regelmatig.

Volvo adviseert u de auto naar de dichtstbijzijnde erkende Volvo-werkplaats te rijden om de beschadigde band te laten vervangen/repareren. Geef aan het werkplaatspersoneel door dat er afdichtmiddel in de band zit.

Vervang de bus met afdichtmiddel en de luchtslang na gebruik. Volvo adviseert u dergelijke vormen van vervanging te laten uitvoeren door een erkende Volvo-werkplaats.

 Waarschuwing

De maximale afstand die mag worden afgelegd als banden met afdichtmiddel zijn gevuld is 200 km (120 miles).

 N.b.

De compressor is een elektrisch apparaat, zodat u zich dient te houden aan de plaatselijke voorschriften voor afvoer.
  1. 1 Temporary Mobility Kit