Buitenspiegels instellen
Stel de stand van de buitenspiegels bij met het hendeltje op het bedieningspaneel van het bestuurdersportier.

Instellen
- Druk op knop L voor de buitenspiegel links of op R voor de buitenspiegel rechts. Het lampje in de knop brandt.
- U kunt de stand afstellen met het hendeltje in het midden.
- Druk opnieuw op knop L of R. Het lampje mag niet langer branden.
Beide spiegels zijn groothoekig voor een optimaal zicht. Voorwerpen kunnen verder weg lijken dan ze in werkelijkheid zijn.Waarschuwing
Geheugenfunctie van elektrisch bedienbare voorstoel*
De standen van de buitenspiegels zijn op te slaan in de geheugenfunctie van de elektrisch bedienbare voorstoel.
Buitenspiegel kantelen bij parkeren[1]
- Schakel de achteruitversnelling in en druk op de knop L of R.
Bij het inschakelen van een andere versnelling nemen de gekantelde buitenspiegels na ca. 10 seconden de oorspronkelijke stand weer in. Dat gebeurt eerder, als u de knop L of R indrukt.
Automatisch kantelende buitenspiegel bij parkeren[1]
Bij het inschakelen van de achteruitversnelling worden de buitenspiegels automatisch omlaaggekanteld, zodat u bijvoorbeeld tijdens het parkeren de kant van de weg kan zien. Wanneer u de auto uit de achteruitversnelling haalt, nemen de buitenspiegels na enige tijd automatisch hun oorspronkelijke stand weer in.
De instellingen voor de functie zijn te verrichten via het middendisplay:
- Druk op Instellingen op het hoofdscherm.
- Druk op My Car→Spiegels.
- Kies onder Buitenspiegel kantelen bij achteruit voor Uit, Best., Passag. of Beide om te activeren/deactiveren en om te kiezen welke buitenspiegel moet worden gekanteld.
Automatische inklapfunctie bij vergrendelen*
Wanneer u de auto vanaf de transpondersleutel vergrendelt/ontgrendelt worden de buitenspiegels automatisch in- of uitgeklapt.
De functie is te activeren/deactiveren via het middendisplay:
- Druk op Instellingen op het hoofdscherm.
- Druk op My Car→Spiegels.
- Kies Spiegels inklappen bij vergrend. om te activeren/deactiveren.
In neutrale stand terugzetten
- Klap de spiegels in met de knoppen L en R.
- Klap de spiegels weer uit met de knoppen L en R.
- Herhaal de bovenstaande procedure zo nodig.
De spiegels staan daarmee weer in de neutrale stand.
Autodimfunctie*
Als het licht dat van achteren in de spiegel valt te fel is, worden de achteruitkijkspiegel en buitenspiegels automatisch gedimd.
Buitenspiegels met autodimfunctie zijn alleen mogelijk, als ook de achteruitkijkspiegel is voorzien van een dergelijke autodimfunctie, zie het artikel "Achteruitkijkspiegel".
De autodimfunctie is tijdens het rijden altijd actief, behalve bij inschakeling van de achteruitversnelling. De gevoeligheid van de autodimfunctie is in te stellen op drie niveaus en is van invloed op zowel de achteruitkijkspiegel als de buitenspiegels.
Bij aanpassing van het gevoeligheidsniveau van de autodimfunctie is de wijziging pas na enige tijd te merken.N.b.
De instellingen voor de functie zijn te verrichten via het middendisplay:
- Druk op Instellingen op het hoofdscherm.
- Druk op My Car→Spiegels.
- Kies onder Spiegels automatisch dimmen voor Normaal, Donker of Licht.
Elektrisch inklapbare buitenspiegels*
- Druk de knoppen L en R gelijktijdig in (contactslotstand minimaal I).
- Laat ze na zo'n 1 seconde los. De spiegels stoppen automatisch, als ze volledig zijn ingeklapt.
Klap de spiegels uit door de knoppen L en R tegelijkertijd in te drukken. De spiegels stoppen automatisch, als ze volledig zijn uitgeklapt.