Stembediening klimaat1

Opdrachten voor klimaatregeling met stembediening om bijvoorbeeld de temperatuur te wijzigen, elektrische stoelverwarming* te activeren of de ventilatorstand te wijzigen.
Druk op P5–1507–Voice control button en zeg een van de volgende commando's:
  • "Klimaatregeling" – start een dialoog voor klimaatregeling en geeft voorbeelden van commando's weer.
  • "Stel temperatuur in op X graden" – stelt de gewenste temperatuur in.
  • "Verhoog temperatuur" / "Verlaag temperatuur" – verhoogt/verlaagt de ingestelde temperatuur met één stap.
  • "Synchroniseer temperatuur" – synchroniseert de temperatuur voor alle klimaatzones in de auto met de voor de bestuurderszone ingestelde temperatuur.
  • "Lucht op voeten" / "Lucht op lichaam" – opent de gewenste blaasmond.
  • "Lucht op voeten uit" / "Lucht op lichaam uit" – sluit de gewenste blaasmond.
  • "Zet ventilator op max." / "Schakel ventilator uit" – verandert de ventilatorstand naar Max/Off.
  • "Verhoog ventilatorsnelheid" / "Verlaag ventilatorsnelheid" – verhoogt/verlaagt de ingestelde ventilatorstand met één stap.
  • "Schakel auto-klimaat in" – activeert de automatische klimaatregeling.
  • "Airconditioning aan" / "Airconditioning uit" – activeert/deactiveert de airconditioning.
  • "Recirculatie aan" / "Recirculatie uit" – activeert/deactiveert de luchtrecirculatie.
  • "Schakel ruitontdooiing in" / "Schakel ruitontdooiing uit" – activeert/deactiveert ontwaseming van ruiten en buitenspiegels.
  • "Schakel max. ruitontdooiing in" / "Schakel max. ruitontdooiing uit" – activeert/deactiveert maximale ontwaseming.
  • "Schakel elektrische ruitverwarming in" / "Schakel elektrische ruitverwarming uit" – activeert/deactiveert elektrische voorruitverwarming*.
  • "Schakel achterruitverwarming in" / "Schakel achterruitverwarming uit" – activeert/deactiveert elektrische achterruit- en buitenspiegelverwarming.
  • "Schakel stuurwielverwarming in" / "Schakel stuurwielverwarming uit" – activeert/deactiveert elektrische stuurverwarming*.
  • "Verhoog stuurwielverwarming" / "Verlaag stuurwielverwarming" – verhoogt/verlaagt ingesteld niveau voor de elektrische stuurverwarming* met één stap.
  • "Schakel stoelverwarming in" / "Schakel stoelverwarming uit" - activeert/deactiveert elektrische verwarming bestuurdersstoel*.
  • "Verhoog stoelverwarming" / "Verlaag stoelverwarming" – verhoogt/verlaagt ingesteld niveau voor de elektrische verwarming bestuurdersstoel* met één stap.
  • "Schakel stoelventilatie in" / "Schakel stoelventilatie uit" - activeert/deactiveert geventileerde bestuurdersstoel*.
  • "Verhoog stoelventilatie" / "Verlaag stoelventilatie" – verhoogt/verlaagt ingesteld niveau voor geventileerde bestuurdersstoel* met één stap.

 N.b.

Niet alle systeemtalen ondersteunen stembediening. De talen die dat wel doen, worden aangegeven met het symbool P5–1507–Voice control button in de lijst met beschikbare systeemtalen. Meer over waar de informatie te vinden is, leest u in het hoofdstuk over instellingen voor stembediening.
  1. 1 Geldt voor bepaalde markten.
  2. * Optie/accessoire.