Algemeen over laadkabels

Bij laden bij een laadstation wordt een mode 3-laadkabel gebruikt. Bepaalde laadstations hebben echter een vaste laadkabel.

 N.b.

De informatie in dit gedeelte heeft alleen betrekking op laden met een mode 3-laadkabel of een laadstation met een vaste laadkabel.

 Waarschuwing

Gebruik alleen de laadkabel die bij de auto werd geleverd of een door Volvo geadviseerde vervangende kabel.

Laden met een vaste laadkabel conform mode 31

Op bepaalde locaties zit de laadkabel vast in een laadstation dat op het stroomnet is aangesloten. Gebruik daarom de laadkabel van het laadstation en volg de instructies op het laadstation.

Specificaties, laadkabel
Omgevingstemperatuur

32 °C tot 50 °C(–25 °F tot 122 °F)

 Waarschuwing

  • Houd kinderen in de gaten die in de buurt van een aangesloten laadkabel komen.
  • Er loopt een hoge spanning door de laadkabel. Blootstelling aan een hoge spanning kan ernstig letsel met mogelijk dodelijke afloop veroorzaken.
  • Gebruik de laadkabel niet als deze op enigerlei wijze is beschadigd. Laat de reparatie van een beschadigde of defecte laadkabel over aan een werkplaats – geadviseerd wordt een Volvo-werkplaats.
  • Plaats de laadkabel altijd zodanig dat er niet overheen wordt gereden, op wordt gestapt, over wordt gestruikeld of de kabel op een andere manier beschadigd raakt of letsel veroorzaakt.
  • Sluit niet een of meer adapters van welk type dan ook aan tussen laadkabel en auto.

Zie ook de voorschriften van de fabrikant voor het gebruik van de laadkabel en de onderdelen daarvan.

 Belangrijk

Onderbreek altijd eerst het opladen voordat u de laadkabel loskoppelt – eerst van de laadaansluiting van de auto en daarna van het laadstation.

 Belangrijk

Maak de laadkabel schoon met een schone doek die vochtig is gemaakt met water óf met een mild reinigingsmiddel. Gebruik geen chemicaliën of oplosmiddelen.

 Waarschuwing

Giet geen water over de laadkabel en de bijbehorende onderdelen en dompel deze evenmin onder.
  1. 1 Europese standaard – EN 61851-1.