Portier- en gordelwaarschuwing
Het systeem herinnert inzittenden eraan de veiligheidsgordel om te doen en waarschuwt ook als een portier, motorkap, achterklep of tankvulklep niet goed dichtstaat.
Grafische voorstelling op bestuurdersdisplay
De grafische voorstelling op het bestuurdersdisplay geeft de zitplaatsen weer waarvan de veiligheidsgordel wel of juist niet in gebruik is.
In dezelfde grafische voorstelling wordt aangegeven of de motorkap, de achterklep, de tankvulklep of een portier openstaat.
U kunt de grafische voorstelling resetten door een druk op de O-knop van de rechter knoppengroep op het stuurwiel.
Gordelwaarschuwing
De visuele signalen worden verstrekt via de plafondconsole en het waarschuwingssymbool op het bestuurdersdisplay.
Het geluidssignaal is afhankelijk van de snelheid, de rijtijd en de afgelegde afstand.
De gordelstatus voor de bestuurder en de passagiers geeft via de grafische voorstelling op het bestuurdersdisplay aan wanneer een gordel wordt omgedaan of losgenomen.
Het gordelwaarschuwingssysteem geldt niet voor kinderzitjes.
Voorstoel
Er worden visuele signalen en geluidssignalen afgegeven, wanneer u en een eventuele voorpassagier niet in de gordel zitten.
Achterbank
- Aangeven welke veiligheidsgordels van de achterbank er worden gebruikt. Bij gebruik van de veiligheidsgordels verschijnt een grafische voorstelling op het bestuurdersdisplay.
- Met visuele signalen en geluidssignalen ervoor waarschuwen dat een van de veiligheidsgordel achterin tijdens het rijden werd losgenomen. De herinnering verdwijnt zodra de veiligheidsgordel weer is vastgemaakt.
Waarschuwing voor portier, motorkap, achterklep en tankvulklep
Als de motorkap, de achterklep, de tankvulklep of een van de portieren niet goed dichtstaan, geeft de grafische voorstelling op het bestuurdersdisplay aan wat openstaat. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand en sluit het onderdeel dat aanleiding gaf tot de waarschuwing.
Bij een rijsnelheid tot 10 km/h (6 mph) gaat het informatiesymbool op het bestuurdersdisplay branden.
Bij een rijsnelheid hoger dan zo'n 10 km/h (6 mph) gaat het waarschuwingssymbool op het bestuurdersdisplay branden.