Contactslotstanden
Het elektrische systeem van de auto is in verschillende standen te zetten voor gebruik van verschillende autosystemen.
Om een beperkt aantal systemen te kunnen gebruiken bij een uitgeschakelde motor is het elektrische systeem van de auto in drie verschillende standen te zetten: 0, I en II. In de gebruikershandleiding worden deze standen overal aangeduid als "contactslotstanden".
De volgende tabel geeft aan welke functies beschikbaar zijn in de verschillende contactslotstanden/standen:
Niveau | Functies |
---|---|
0 | De functies zijn in deze contactslotstand tijdsgestuurd en worden na een poosje automatisch uitgeschakeld. |
I |
In deze contactslotstand is het stroomverbruik belastend voor de accu. |
II |
Deze contactslotstand vergt veel stroom van de accu en moet daarom worden vermeden! |