Vergrendelen en ontgrendelen met transpondersleutel

Met de knoppen op de transpondersleutel kunt u alle portieren en de achterklep gelijktijdig vergrendelen en ontgrendelen.

Vergrendelen met transpondersleutel

16w17 - SPA - Remote Key with buttons
De afbeelding is schematisch, zodat er afhankelijk van het model afwijkingen mogelijk zijn.
Druk voor vergrendeling van de auto op de P5-1507 Remote key icon for lock/global close-knop van de transpondersleutel.

Om de ontgrendelingsprocedure te kunnen activeren moet het bestuurdersportier dichtstaan1. Als een van de overige portieren of de achterklep openstaat, wordt dit/deze pas bij sluiting ervan vergrendeld en opgenomen in het alarm*. De bewegingsmelder* van het alarm wordt geactiveerd, wanneer alle portieren en de achterklep dichtstaan en vergrendeld zijn.

 N.b.

Let op het gevaar voor buitensluiten met de transpondersleutel nog in de auto.

Wanneer u de auto vergrendelt en het alarm inschakelt met een geldige transpondersleutel, wordt een eventuele andere transpondersleutel of een transpondersleutel zonder knoppen in de auto gedeactiveerd. Ook de "Safelock-functie" wordt gedeactiveerd. De gedeactiveerde sleutel wordt opnieuw geactiveerd bij ontgrendeling van de auto.

Vergrendelen wanneer de achterklep openstaat

 N.b.

Als de achterklep na vergrendeling van de auto nog steeds ontgrendeld staat, controleer dan of u de transpondersleutel soms in de bagageruimte bent vergeten toen u de achterklep sloot en de auto vergrendelde2.

Ontgrendelen met transpondersleutel

Druk voor ontgrendeling van de auto op de P5-1646-x90-Remote key icon for unlocking-knop van de transpondersleutel.

Automatische hervergrendeling

Als u geen van de portieren noch de achterklep binnen twee minuten na ontgrendeling van de buitenzijde met de transpondersleutel opent, worden deze automatisch weer vergrendeld. Deze functie beperkt de kans dat u de auto per ongeluk onvergrendeld kunt laten staan.

Wanneer de transpondersleutel niet werkt

 N.b.

Ga altijd dichter bij de auto staan en probeer dan opnieuw te ontgrendelen.

Als vergrendelen of ontgrendelen via de transpondersleutel niet mogelijk is, is de batterij mogelijk leeg – vergrendel of ontgrendel het bestuurdersportier dan met het afneembare sleutelblad.

  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 Bij een auto met passieve vergrendeling/ontgrendeling* moeten alle zijportieren dichtstaan.
  3. 2 Als bij een auto met passieve vergrendeling/ontgrendeling een transpondersleutel binnen in de auto wordt gedetecteerd, zal de achterklep bij het sluiten niet worden vergrendeld.*