Adaptieve cruisecontrol*

De adaptieve cruisecontrol1 (ACC2) kan u helpen om een gelijkmatige snelheid en een bepaald tijdsverschil ten opzichte van de voorligger aan te houden.
P6-2037-XC40BEV-Camera and radar placement and principle
De gecombineerde camera en radarsensoren meten de afstand tot voorliggers.
  1. P5-Icon red circle 1Camera
  2. P5-Icon red circle 2Radarsensor
  3. P5-Icon red circle 3Afstandsmeting tot voorliggers

De adaptieve cruisecontrol kan u een comfortabeler rijervaring bieden tijdens lange ritten op snelwegen en lange, rechte hoofdwegen met een gelijkmatige doorstroom.

U kiest de gewenste snelheid en het aan te houden tijdsverschil ten opzichte van voorliggers. Als de gecombineerde camera en radarsensor een voorligger registreert die langzamer rijdt dan u, wordt het tijdsverschil automatisch aangepast. Wanneer de weg voor u weer vrij is, hervat de auto de ingestelde snelheid.

De adaptieve cruisecontrol probeert:
  • de snelheid op een soepele manier te regelen. In situaties waarin krachtig moet worden geremd moet u dan ook zelf te remmen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij grote snelheidsverschillen of als de voorligger krachtig remt. Door beperkingen van de radarsensor is het mogelijk dat er onverwacht of helemaal niet wordt geremd.
  • het door u ingestelde tijdsverschil ten opzichte van voorliggers in dezelfde rijstrook aan te houden. Als de radarsensor geen voorligger registreert, houdt de auto in plaats daarvan de door de bestuurder opgeslagen snelheid aan. Dit gebeurt ook als de snelheid van de voorligger toeneemt en de ingestelde snelheid overschrijdt.

Steile wegen en/of zware belading

Let erop dat de adaptieve cruisecontrol in eerste instantie bestemd is voor gebruik tijdens ritten op vlakke weggedeelten. Het systeem heeft mogelijk moeite om de juiste afstand ten opzichte van voorliggers aan te houden bij ritten op steile aflopende hellingen – blijf dan extra alert en rem zo nodig zelf.

Maak geen gebruik van de adaptieve cruisecontrol, als de auto zwaar beladen is of wanneer er een aanhangwagen achter de auto hangt.

 Waarschuwing

  • Dit is geen systeem dat botsingen voorkomt. Als bestuurder bent u er altijd verantwoordelijk voor om in te grijpen, mocht het systeem een voorliggers niet ontdekken.
  • De functie reageert niet op voetgangers of dieren noch op kleinere voertuigen, zoals fietsen of motorfietsen e.d. Lage aanhangers, tegenliggers, langzaam rijdende en stilstaande voertuigen of vaste obstakels worden eveneens genegeerd.
  • Gebruik de functie niet in lastige situaties zoals in stadsverkeer, op kruisingen, bij gladheid, hevige regen- of sneeuwval of slecht zicht en evenmin op weggedeelten met veel water of natte sneeuw, op bochtige wegen of op uit- en opritten.

 Waarschuwing

  • De functie is een systeem voor aanvullende rijhulp om de bestuurder te ontlasten en de rijveiligheid te verhogen, maar het systeem werkt niet in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden.
  • U wordt geadviseerd om alle paragrafen over het systeem in de gebruikershandleiding door te nemen en bijvoorbeeld te lezen over de beperkingen die u moet kennen voordat u het systeem gebruikt.
  • De rijhulpsystemen ontslaan u niet van de plicht om alert en adequaat te reageren, zodat u de auto altijd op een veilige manier moet blijven besturen, met inachtneming van een passende snelheid en geschikte afstand tot andere weggebruikers en met respect voor de geldende verkeersregels en -bepalingen.

 N.b.

De functie maakt gebruik van de gecombineerde camera en radarsensor van de auto die enkele algemene beperkingen heeft.

 Belangrijk

Laat het onderhoud aan rijhulpcomponenten over aan een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 Afhankelijk van de markt is dit een standaardfunctie of een optie.
  3. 2 Adaptive Cruise Control