Beperkingen van parkeerhulp
Als bestuurder dient u rekening te houden met de volgende beperkingen van de parkeerhulp:
Waarschuwing
- Wanneer er obstakels in de dode hoeken van de parkeerhulpsensoren zitten, zal het systeem ze niet kunnen ontdekken.
- Let daarom in het bijzonder op mensen en dieren in de buurt van de auto.
- Let erop dat de voorkant van de auto tijdens het parkeren kan uitzwenken naar het tegemoetkomende verkeer.
- Voorwerpen/obstakels kunnen dichter bij de auto zijn dan ze lijken op het beeldscherm.
Waarschuwing
Wees bij het verschijnen van dit symbool extra voorzichtig tijdens het achteruitrijden met een gemonteerde aanhangwagen, fietsdrager of iets dergelijks die is aangesloten op het elektrische systeem van de auto.
Een gedoofd symbool geeft aan dat de parkeerhulpsensoren achter uitgeschakeld zijn, zodat deze niet waarschuwen voor eventuele obstakels.
Belangrijk
Obstakels zoals kettingen, smalle glanzende palen of lage obstakels kunnen "afgeschaduwd" worden en worden in dat geval tijdelijk niet geregistreerd door de sensoren – het onderbroken geluidssignaal kan dan plotseling wegvallen in plaats van over te gaan in het verwachte ononderbroken geluidssignaal.
De sensoren kunnen geen hoge obstakels ontdekken, zoals uitstekende laadperrons.
- Wees in dergelijke gevallen extra voorzichtig en bedien/verrijd de auto erg langzaam of breek de parkeermanoeuvre af – er bestaat groot gevaar voor materiële schade aan de auto of de omgeving, aangezien de informatie afkomstig van de sensoren in dergelijke situaties niet altijd betrouwbaar is.
Belangrijk
In bepaalde omstandigheden kan het parkeerhulpsysteem ten onrechte waarschuwingssignalen afgeven onder invloed van externe geluidsbronnen met ultrasone geluidssignalen van dezelfde frequentie als de sensoren van het systeem.
Voorbeelden van dergelijke bronnen zijn claxons, natte banden op asfalt, pneumatische remmen en uitlaatgeluid van motorfietsen et cetera.