Cruisecontrol-functies
Er zijn meerdere cruisecontrol-functies die u als bestuurder kunnen helpen bij het aanhouden van een geschikte snelheid voor de betreffende situatie. Hier een overzicht dat de verschillen tussen de functies duidelijker maakt.
Wij adviseren u om alle delen van de gebruikershandleiding over een functie door te lezen. Op die manier bent u goed op de hoogte van o.a. de beperkingen van die functie waarvan u zich bewust moet zijn voordat u de functie gebruikt.
| Snelheidsbegrenzer[1] | Automatische snelheidsbegrenzer*[2] | Cruisecontrol[3] | Adaptive Cruise Control[4] | Pilot Assist*[4] | |
|---|---|---|---|---|---|
| Symbool op bestuurdersdisplay | ![]() | ![]() + ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
| Korte beschrijving | U regelt de snelheid met het gaspedaal, maar de snelheidsbegrenzer voorkomt dat u per ongeluk een vooraf gekozen/ingestelde maximumsnelheid overschrijdt. | De automatische snelheidsbegrenzer gebruikt de snelheidsinformatie van de functie verkeersbordinformatie* om de maximumsnelheid van de auto automatisch aan te passen. | De cruisecontrol helpt u een gelijkmatige snelheid aan te houden, wat voor een comfortabeler rijervaring kan zorgen tijdens lange ritten op bijvoorbeeld snelwegen en lange, rechte hoofdwegen met een gelijkmatige doorstroom. | Adaptive Cruise Control kan u helpen om een gelijkmatige snelheid en een bepaald tijdsverschil ten opzichte van de voorligger aan te houden. | Pilot Assist kan u helpen om tussen de zijmarkeringen van de rijbaan te blijven rijden dankzij stuurhulp, een constante snelheid aan te houden en een vooraf geselecteerd tijdsverschil ten opzichte van voorliggers. |




