Verlichtingsbediening
Met de verschillende knoppen op het bedieningspaneel voor de verlichting kunt u de buiten- en binnenverlichting regelen. Met de linker stuurhendel kunt u de buitenverlichting inschakelen en aanpassen. Via het middendisplay kunt u de buiten- en binnenverlichting inschakelen en aanpassen.
Exterieurverlichting

Wanneer de auto is gestart, gelden de volgende functies voor de verschillende standen van de draairing:
| Stand | Betekenis |
|---|---|
![]() | Dagrijlicht. Grootlichtsignalering mogelijk. |
![]() | Dagrijlicht en stadslichten voor/achterlichten. Stadslichten voor/achterlichten, wanneer de auto geparkeerd staat.[1] Grootlichtsignalering mogelijk. |
![]() | Dimlicht en stadslichten voor/achterlichten. Groot licht is te activeren. Grootlichtsignalering mogelijk. |
![]() | Dagrijlicht voor en stadslichten achter bij daglicht. Dimlicht en stadslichten voor/achterlichten bij weinig daglicht of donker of wanneer de mistlampen voor* en/of het mistachterlicht geactiveerd zijn. Het automatisch groot licht is te activeren. U kunt het groot licht inschakelen, wanneer u het dimlicht voert. Grootlichtsignalering mogelijk. |
![]() | Automatisch groot licht aan/uit. |
Volvo adviseert om stand
te gebruiken als er met de auto wordt gereden.
Waarschuwing
Het verlichtingssysteem van de auto kan niet in elke situatie bepalen of het daglicht te zwak of sterk genoeg is, bijv. bij mist en regen.
Als bestuurder bent u verplicht om de verlichting van de auto altijd af te stemmen op de heersende omstandigheden en de geldende verkeerswetgeving.
Bij de externe verlichting zoals de koplampen en achterlichten kan tijdelijk condens optreden aan de binnenkant van het lampglas. Dit is een natuurlijk verschijnsel en alle externe verlichting is erop gebouwd om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Condens verdwijnt normaal uit het lamphuis wanneer de lamp enige tijd heeft gebrand.N.b.
Buiten- en binnenverlichting
Op het middendisplay kunt u de buiten- en binnenverlichting aanpassen.




