Regeleenheid van de laadkabel

De regeleenheid van de laadkabel bestaat uit lampjes en toetsen.
P5-1519-XC90 Hybrid-Control module hybrid cable
Lampjes en toetsen van de regeleenheid.
P5-Icon red circle 1 Indicator die de ingestelde laadstroom aangeeft1.
P5-Icon red circle 2Het symbool brandt, wanneer de laadkabel is aangesloten op een 230V-stopcontact2 (wisselstroom).
P5-Icon red circle 3Toetsen om de laadstroom te verhogen en te verlagen.
P5-Icon red circle 4Het symbool brandt, wanneer de laadkabel is aangesloten op de laadaansluiting van de auto.

 Let op

De laadkabel onthoudt de laatst ingestelde laadstroom. Het is daarom belangrijk dat u de instelling aanpast, als u de volgende keer dat er wordt opgeladen een ander 230V-contact (wisselspanning) gebruikt.

Op de regeleenheid van de laadkabel stelt u de gewenste laadstroom in op een waarde van 6–16 A1. Bij aflevering is de laagst mogelijke laadstroom vooraf ingesteld.

  1. 1 De maximale laadstroom kan per markt verschillen.
  2. 2 De spanning op het stopcontact kan per markt verschillen.