Richtingaanwijzers gebruiken

De richtingaanwijzers van de auto zijn te bedienen met de linker stuurhendel. De richtingaanwijzers knipperen driemaal of blijven knipperen, afhankelijk van hoe ver u de hendel omhoog of omlaag beweegt.
P5-1507 Turn signals
Richtingaanwijzer.

Korte serie knippersignalen

P5-Icon red arrow 1Haal de stuurhendel omhoog of omlaag naar de eerste stand en laat de hendel vervolgens los. De richtingaanwijzers lichten driemaal op. U kunt de functie activeren/deactiveren op het middendisplay.

Onafgebroken serie knippersignalen

P5-Icon red arrow 2Haal de stuurhendel omhoog of omlaag naar de eindstand.

De hendel blijft in deze stand staan en kan handmatig in de uitgangspositie teruggezet worden of veert automatisch terug bij het terugdraaien van het stuurwiel.