Audio-instellingen

Het audiosysteem is vooraf ingesteld voor optimale geluidsweergave, maar is geheel naar wens aan te passen.

Het volume wordt normaal gesproken geregeld met de volumeknop onder het middendisplay of met de knoppenset rechts op het stuurwiel.

Instelling voor optimale geluidsweergave

Het audiosysteem is voorgekalibreerd voor optimale geluidsweergave met behulp van digitale signaalverwerking. Voor ieder automodel wordt het audiosysteem tijdens de kalibratie perfect afgestemd op de luidsprekers, de versterker, de akoestiek in de auto, de positie van de luisteraar en dergelijke. Er is tevens een dynamische kalibratie waarbij rekening wordt gehouden met de stand van de volumeknop en de rijsnelheid.

De audio-instellingen worden beschreven in de desbetreffende paragrafen van de bedieningsinformatie. Open voor de instellingen het hoofdscherm en druk op InstellingenGeluid.

Actieve geluidsdemping1

De auto is uitgerust met actieve geluidsdemping die met behulp van het audiosysteem het motorgeluid in de passagiersruimte dempt. Microfoontjes in de plafondbekleding registreren storende geluiden, waarna het audiosysteem het geluid dempt door antigeluid voort te brengen.

P5–1507–ANC mic positions
Microfoontjes in de plafonbekleding.

 N.b.

Dek de microfoons in de auto niet af, omdat anders een dreunend geluid uit het audiosysteem kan komen.
  1. 1 Geldt voor bepaalde automodellen.