Handhaving klimaatcomfort inschakelen/uitschakelen*

Bij handhaving van het klimaatcomfort wordt na afloop van een rit het interieurklimaat nog enige tijd geregeld. De functie is vanaf het middendisplay direct in te schakelen.
P5-1507–Climate–Button climate comfort
Knop voor handhaving klimaatcomfort op tab Standklimatisering op klimaatscherm.
Open het klimaatscherm op het middendisplay.
Kies de tab Standklimatisering.
Druk op Handhaaf klimaatcomfort.
Handhaving klimaatcomfort wordt ingeschakeld/uitgeschakeld en de knop gaat branden/dooft.

 N.b.

Als de restwarmte van de motor niet voldoende is om het interieurklimaat te handhaven, kunt u de functie voor behoud van het klimaatcomfort niet starten.

 N.b.

Handhaving klimaatcomfort wordt uitgeschakeld als de auto van buitenaf wordt vergrendeld om niet onnodig restwarmte te gebruiken. De functie dient om het klimaatcomfort te behouden, wanneer u en/of passagiers in de auto achterblijven.
  1. * Optie/accessoire.