Hoe u de servicestand activeert/deactiveert
Wanneer de auto stilstaat en de ruitenwissers niet zijn ingeschakeld, kunt u de servicestand als volgt activeren/deactiveren via het functiescherm:
Activeer/deactiveer de servicestand door op de knop Servicestand ruitenwisser te tikken. Het controlelampje in de knop brandt, wanneer de servicestand geactiveerd is en de wissers gaan dan in de servicestand staan. Het controlelampje dooft, wanneer u de servicestand deactiveert.
De wisserbladen verlaten de servicestand in de volgende gevallen:
- u activeert de ruitenwissers
- u activeert de ruitensproeiers
- u activeert de regensensor
- De auto rijdt weg
N.b.
Controleer voordat u de wisserbladen in de servicestand zet of de bladen niet zijn vastgevroren.
Als de wisserarmen in de servicestand van de voorruit af zijn gehaald, moet u ze tegen de voorruit terugklappen alvorens de wissers, de sproeiers of de regensensor te activeren of alvorens weg te rijden. Dit om lakschade aan de motorkap tegen te gaan.