Mistachterlicht
Omdat het mistachterlicht veel feller brandt dan de standaardachterlichten, moet u de verlichtingsfunctie alleen gebruiken bij een beperkt zicht door mist, sneeuw, rook of stof zodat achterliggers uw auto tijdig kunnen waarnemen.
Het mistachterlicht bestaat uit een lamp achter op de auto, aan de bestuurderszijde.
Het mistachterlicht is alleen in te schakelen, wanneer het contactslot in stand II staat of wanneer de auto is ingeschakeld en de draairing van de stuurhendel in stand of staat.
Druk op de knop voor aan/uit. Het symbool op het bestuurdersdisplay brandt, wanneer het mistachterlicht brandt.
Het mistachterlicht dooft automatisch, wanneer u de startknop rechtsom draait om de auto uit te schakelen of wanneer u de draairing op de stuurhendel naar stand of draait.
Let op
De voorschriften voor het gebruik van een mistachterlicht verschillen per land.