Alarm* activeren en deactiveren
Het alarm wordt geactiveerd wanneer de auto wordt vergrendeld en gedeactiveerd wanneer de auto wordt ontgrendeld. Het is ook mogelijk om het alarm zonder werkende sleutel te deactiveren.
Alarm activeren en deactiveren
Het alarm wordt geactiveerd wanneer de auto wordt vergrendeld en gedeactiveerd wanneer de auto wordt ontgrendeld.
N.b.
Het is niet mogelijk de auto te vergrendelen zonder dat het alarm wordt ingeschakeld. Als de auto op bijv. een veerboot wordt geparkeerd, moet in plaats daarvan de functie Verlaagde guard worden gebruikt.
Alarm deactiveren zonder een werkende sleutel
Ook als de sleutel niet werkt, bijvoorbeeld als de batterij leeg is, kan de auto worden ontgrendeld en kan het alarmsysteem worden gedeactiveerd.
Open het bestuurdersportier met het afneembare sleutelblad.
Het alarm gaat af.
Plaats de sleutel op het sleutelsymbool in de back-uplezer, die in het opbergvak van de tunnelconsole zit.
Trap het rempedaal in en schakel een versnelling in.
Het alarm wordt uitgeschakeld.
N.b.
Als de sleutel door de back-uplezer gelezen moet worden, moet u er wel voor zorgen dat in het opbergvak geen andere autosleutels, metalen voorwerpen of elektronica liggen (bijvoorbeeld mobiele telefoons, tablets, laptops of laders). Deze voorwerpen kunnen de werking verstoren.
Geactiveerd alarm uitschakelen
Druk op de ontgrendelingsknop van de sleutel of trap op het rempedaal en schakel een versnelling in.