Laadstroom

De laadstroom dient voor het opladen van de hybride-accu en voor de preconditioning van de auto. U kunt de laadkabel tussen de laadaansluiting van de auto en een 230V-stopcontact1 (wisselstroom) met behulp van de regeleenheid instellen op verschillende amperages (6–16 A).

Bij gebruik van de laadkabel verschijnt er een melding op het bestuurdersdisplay en gaat een lampje branden in de laadaansluiting van de auto. De laadstroom wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het opladen van de accu, maar voor een deel ook voor preconditioning van de auto. Bij oplading van de hybride-accu van de auto wordt de startaccu ook opgeladen.

 Belangrijk

Haal de stekker van de laadkabel nooit uit het 230V-contact (wisselspanning) tijdens het opladen; het gevaar is dan aanwezig dat het 230V-contact beschadigd raakt. Onderbreek altijd eerst het opladen voordat u de laadkabel loskoppelt – eerst van de laadaansluiting van de auto en daarna van het 230V-contact.

De laadtijd hangt af van de stroomsterkte die u hebt ingesteld op de regeleenheid van de laadkabel. De onderstaande laadtijden gelden bij optimale oplading, dat wil zeggen wanneer de oplading niet wordt beïnvloed door de klimaatregeling of andere stroomverbruikers. Als de laadtijd langer lijkt, moet u dit onderzoeken.

Stroomsterkte (A)2Laadtijd (uur)
66
103,5
162,5

 Let op

  • Bij zeer koud of zeer warm weer wordt een deel van de laadstroom gebruikt om de hybride-accu en het interieur te verwarmen/koelen, wat tot een langere laadtijd leidt.
  • Selectie van preconditioning houdt een langere laadtijd in. De benodigde tijd hangt voornamelijk af van de buitentemperatuur.

Normaal zitten meerdere 230V-stopcontacten op dezelfde zekeringgroep, zodat andere stroomverbruikers (zoals verlichting, stofzuiger, boormachine en dergelijke) op dezelfde zekeringgroep kunnen zitten.

Voorbeeld 1

Als u de auto aansluit op een 230V/10A-stopcontact en de regeleenheid is ingesteld op 16 A, dan zal de auto een stroom van 16 A afnemen van het 230V-net. Na enige tijd zal de overbelaste 10A-zekering voor de aansluiting doorslaan, waarna de oplading van de accu wordt onderbroken.

Reset de zekering voor de aansluiting dan en stel een lagere laadstroom in op de regeleenheid.

Voorbeeld 2

Als u de auto aansluit op een 230V/10A-stopcontact en de regeleenheid is ingesteld op 10 A, dan zal de auto 10 A afnemen van het 230V-net. Als er vervolgens nog een stroomverbruiker wordt aangesloten op dezelfde aansluiting (of een van de andere aansluitingen binnen dezelfde zekeringgroep), bestaat het risico dat de zekering van de aansluiting/groep overbelast wordt en de oplading van de accu wordt afgebroken.

Reset de zekering voor de aansluiting/de zekeringgroep en stel een lagere laadstroom in op de regeleenheid – of koppel een van de ander verbruikers los van de aansluiting/de zekeringgroep.

Voorbeeld 3

Als u de auto aansluit op een 230V/10A-stopcontact en de regeleenheid is ingesteld op 6 A, dan zal de auto slechts 6 A afnemen van het 230V-net. De oplading zal dan weliswaar langer duren, maar het is wel mogelijk om andere verbruikers aan te sluiten op dezelfde aansluiting/zekeringgroep, zolang de totale belasting de capaciteit van de aansluiting/zekeringgroep niet overschrijdt.

  1. 1 De spanning op het stopcontact kan per markt verschillen.
  2. 2 De maximale laadstroom kan per markt verschillen.