Wielen verwisselen - compact reservewiel monteren*
Monteren
Breng de auto zo ver omlaag dat het wiel niet meer ongehinderd kan draaien.
Plaats een volledige wieldop terug (indien aanwezig).
N.b.
Krik* en gereedschap terugplaatsen
Plaats het gereedschap en de krik na gebruik op de juiste manier terug in het schuimrubber blok.
Leg het gebruikte gereedschap in de onderstaande volgorde terug in de beoogde vakken in het schuimblok:
- sleepoog/trechter/torx-sleutel/dopsleutel voor vergrendelbare wielmoer/gereedschap voor wieldop
- krik (met de slinger zo ver omlaagdraaien dat deze in het desbetreffende vak van het schuimrubber blok past, de slinger over de voet heen en in de groef van het schuimrubber blok plaatsen)
- dopsleutel (boven de krik).
Bij gebruik van het compacte reservewiel kunt u de lekke band in de plastic zak doen, die u in de verpakking met de handschoenen vindt. Leg het schuimrubber blok terug in het opbergvak en draai de bevestigingsbout vast in de vloer van het opbergvak.
Leg, als u het compacte reservewiel niet gebruikt hebt, het schuimrubber blok in het compacte reservewiel en plaats het compacte reservewiel terug in het opbergvak. Draai de bevestigingsbouten vast in de vloer van het opbergvak.
N.b.
- Na het oppompen van een band moet u altijd het ventieldopje terugzetten om schade aan het ventiel door grind, vuil e.d. te voorkomen.
- Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen ventieldopjes kunnen roesten en zijn moeilijk los te draaien.