Temperatuur voorin1 regelen

De temperatuur voor de klimaatzones voorin is in te stellen op het gewenste aantal graden.
Druk op de temperatuurknop onderaan in het midden van het middendisplay om de bediening te openen.2
Druk op de pijlen naast de temperatuur om de temperatuur te verhogen of te verlagen. U kunt ook direct op de pijlen drukken, zonder eerst op de temperatuurknop te drukken wanneer de temperatuur is gesynchroniseerd.
De temperatuur wordt aangepast, waarna de knop de ingestelde temperatuur aangeeft.

 N.b.

Het is niet mogelijk om het opwarmen/afkoelen te versnellen door een hogere/lagere temperatuur te kiezen dan die eigenlijk gewenst is.
  1. 1 Bij 2-zoneregeling ook achterin.
  2. 2 Als synchronisatie van temperatuur is gedeactiveerd, wordt de actuele temperatuur zowel aan de bestuurders- als passagierszijde getoond.

Gerelateerde documenten