Passief vergrendelen en ontgrendelen*
Vergrendeling en ontgrendeling van buiten de auto vindt plaats met de handgreep van de portieren of de achterklep als de auto is voorzien van passieve vergrendeling/ontgrendeling (Passive Entry)*.
Vergrendeling en ontgrendeling zijn alleen mogelijk wanneer een van de transpondersleutels van de auto zich binnen bereik bevindt.N.b.

Aanraakgevoelige holte voor vergrendeling
Aanraakgevoelig gebied voor ontgrendeling

Let erop dat het systeem kan worden geactiveerd bij het wassen van de auto als de transpondersleutel binnen bereik is.N.b.
Passief vergrendelen
Alle portieren en de achterklep moeten dichtstaan om de auto te vergrendelen via de handgrepen van de zijportieren.
- Raak na het sluiten van het portier het gemarkeerde gebied aan de achter- en buitenkant van een de portiergrepen aan of druk voor vergrendeling[1] de knop aan de onderzijde van de achterklep in voordat u deze sluit.De slotindicator aan de binnenkant van de voorruit bevestigt door te gaan knipperen dat de vergrendeling heeft plaatsgevonden.
Om alle zijruiten en het panoramadak* tegelijkertijd te sluiten moet u uw vinger in de aanraakgevoelige holte aan de buitenkant van de portiergreep houden totdat de zijruiten en het panoramadak dichtstaan.
Passief ontgrendelen
- Pak een portiergreep beet of druk voor ontgrendeling op het met rubber beklede drukplaatje aan de onderzijde van de greep van de achterklep.De slotindicator aan de binnenkant van de voorruit bevestigt door uit te gaan dat de auto is ontgrendeld. Open portieren of achterklep op de normale wijze.
Automatische hervergrendeling
Als u geen van de portieren noch de achterklep binnen twee minuten na ontgrendeling van de buitenzijde met de transpondersleutel opent, worden deze automatisch weer vergrendeld. Deze functie beperkt de kans dat u de auto per ongeluk onvergrendeld kunt laten staan.