Inhaalassistent

De inhaalassistent kan u helpen bij het inhalen van andere voertuigen. De functie is te gebruiken in combinatie met de adaptieve cruisecontrol* of de Pilot Assist*.

Hoe de inhaalassistent werkt

Als de adaptieve cruisecontrol of de Pilot Assist een ander voertuig volgt en u geeft met de richtingaanwijzer1 te kennen dat u wilt inhalen, dan helpen de systemen u door naar de voorligger te accelereren voordat uw auto de inhaalstrook heeft bereikt.

De functie vertraagt daarna de snelheidsverlaging om te vroeg afremmen te voorkomen als de auto een langzamer voertuig nadert.

De functie is actief totdat u het ingehaalde voertuig bent gepasseerd.

 Waarschuwing

Let erop dat dit systeem mogelijk in meer situaties wordt geactiveerd dan tijdens het inhalen, zoals bij het gebruik van de richtingaanwijzers om aan te geven dat u van rijbaan wilt wisselen of wilt afslaan – de auto accelereert dan kort.

 Waarschuwing

  • De functie is een systeem voor aanvullende rijhulp om de bestuurder te ontlasten en de rijveiligheid te verhogen, maar het systeem werkt niet in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden.
  • U wordt geadviseerd om alle paragrafen over het systeem in de gebruikershandleiding door te nemen en bijvoorbeeld te lezen over de beperkingen die u moet kennen voordat u het systeem gebruikt.
  • De rijhulpsystemen ontslaan u niet van de plicht om alert en adequaat te reageren, zodat u de auto altijd op een veilige manier moet blijven besturen, met inachtneming van een passende snelheid en geschikte afstand tot andere weggebruikers en met respect voor de geldende verkeersregels en -bepalingen.
  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 Alleen bij gebruik van de linker richtingaanwijzers bij een auto met het stuur links of de rechter richtingaanwijzers bij een auto met het stuur rechts.