Start/Stop* - de motor slaat niet automatisch af

Auto’s met een bepaalde combinatie van motor en versnellingsbak zijn voorzien van een Start/Stop-systeem dat in werking treedt, als de auto bijvoorbeeld stilstaat in een file of wacht voor een verkeerslicht. Ook als het Start/Stop-systeem geactiveerd is, vindt er niet altijd een automatische motorstop plaats.

Automatische motorstop werkt niet als:

VoorwaardenM/A1
de auto nog geen ca. 8 km/h rijdt na start met sleutel of laatste automatische afslag.M + A
u de gordelsluiting hebt geopend.M + A
de capaciteit van de startaccu onder de toelaatbare ondergrens is gedoken.M + A
de motor niet op de normale bedrijfstemperatuur is.M + A
de buitentemperatuur onder het vriespunt of boven ca. 30 °C is.M + A
de elektrische voorruitverwarming wordt geactiveerd.M + A
de omstandigheden in de passagiersruimte afwijken van de ingestelde waarden – wat te merken is aan het hoge toerental van de interieurventilator.M + A
er achteruit wordt gereden met de auto. M + A
de capaciteit van de startaccu onder de toelaatbare ondergrens is gedoken. M + A
de bestuurder grotere stuurbewegingen maakt.M + A
het roetfilter van het uitlaatsysteem verzadigd is – pas na een automatische regeneratie (zie Roetfilter dieselmotor (DPF)) wordt het tijdelijke uitgeschakelde Start/Stop-systeem opnieuw geactiveerd.M + A
de weg erg steil is.M + A
een aanhanger is aangesloten op het elektrische systeem van de auto.M + A
de motorkap is ontgrendeld2.M + A
de versnellingsbak niet op de normale bedrijfstemperatuur is.A
de atmosferische luchtdruk onder het niveau ligt bij een hoogte van ca. 1500–2500 boven zeeniveau. De actuele luchtdruk varieert afhankelijk van het weertype.A
de file-assistent van de adaptieve cruisecontrol geactiveerd is.A
de keuzehendel in de S-stand3 of "+/-" staat.A
  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 M = handbak, A = automaatbak.
  3. 2 Alleen bij bepaalde motoren.
  4. 3 Sportstand.