Bandenspanningscontrolesysteem kalibreren*

Het bandenspanningscontrolesysteem Indirect Tyre Pressure Monitoring System (ITPMS) kan alleen correct werken, wanneer er een referentiewaarde voor de bandenspanning is vastgesteld. Dit moet na iedere bandenwissel of wijziging in de bandenspanning gebeuren.

Zo moet u de bandenspanning afstemmen op de door Volvo geadviseerde bandenspanningswaarden bij ritten met een zware belading of op hoge snelheden (meer dan 160 km/h (100 mph)). Herkalibreer het systeem vervolgens.
Zet de auto uit.
Pomp de banden op tot de gewenste spanning, volgens de bandenspanningssticker aan de binnenkant van de portierstijl aan bestuurderszijde.
Start de motor.

Open de app Auto status op het appscherm.

P5-1507 ICON_APP_SCREEN_CAR_INFO

Druk op TPMS.

P5-1717-XC60-TPMS button in centerdisplay

 Let op

De auto moet stilstaan bij het starten van de kalibratie.
Druk op Kalibreren.
Druk op OK om te bevestigen dat u de bandenspanning van alle vier de wielen hebt gecontroleerd en aangepast.

Rijd in de auto totdat de kalibratie voltooid is.

Het kalibreren vindt plaats als de auto rijdt op een snelheid van meer dan 35 km/h (22 mph).

Wanneer het systeem voldoende gegevens heeft verzameld om een geringe bandenspanning te kunnen detecteren, verandert de kleur van de banden op het middendisplay van grijs in groen. Het systeem geeft na afloop van de kalibratie geen bevestiging.

Als u het contact uitschakelt voordat de kalibratie is afgerond, hebben de banden op het middendisplay de volgende keer dat u de auto start geen grijze maar een groene kleur, ondanks dat de kalibratie niet is voltooid. Start een nieuwe kalibratie en wacht met het uitschakelen van het contact totdat de kalibratie is voltooid om er zeker van te zijn dat een correcte kalibratie is uitgevoerd.

Als de kalibratie niet kan worden gestart, verschijnt de melding Kalibreren niet gelukt. Probeer opnieuw..

 Let op

Vergeet niet om altijd het bandenspanningscontrolesysteem te kalibreren als u wielen hebt vervangen of als de bandenspanning is aangepast volgens de bandenspanningssticker of de bandenspanningstabel.

Als niet de juiste referentiewaarden zijn ingesteld, kan het systeem niet op de juiste manier waarschuwen voor een te lage bandenspanning.

De auto moet stilstaan met een draaiende motor om toegang te krijgen tot de kalibratieknop en het kalibratieproces te kunnen starten.

 Waarschuwing

De uitlaatgassen bevatten koolstofmonoxide. Dit is onzichtbaar en geurloos, maar wel zeer giftig. Het kalibreren moet daarom altijd buitenshuis of in een werkplaats met afzuiginstallatie voor uitlaatgas gebeuren.
  1. * Optie/accessoire.