Lagesnelheidsregeling

De lagesnelheidsregeling Low Speed Control (LSC) biedt ondersteuning bij ritten in het terrein en op een gladde ondergrond en verbetert de rijeigenschappen. U rijdt bijvoorbeeld met een caravan over een grasveld of met een boottrailer op een boothelling.

Bij een auto met een rijmodusknop* is deze regeling geïntegreerd in de rijmodus Off Road.

De regeling is aangepast voor terreinritten en voor ritten op lage snelheden (tot zo'n 40 km/h (25 mph)) met een aanhanger achter de auto.

De lagesnelheidsregeling geeft voorrang aan lage versnellingen en vierwielaandrijving wat wielspin helpt voorkomen en een betere tractie oplevert. Op lage snelheden reageert de motor reageert minder snel op het gaspedaal voor een betere regeling van de tractie en snelheid.

De regeling wordt samen met Hill Descent Control (HDC) geactiveerd om de snelheid op steile, aflopende hellingen met het gaspedaal te kunnen regelen, zodat u het rempedaal minder vaak hoeft te gebruiken. De regeling maakt het mogelijk om op steile en aflopende hellingen een lage en gelijkmatige snelheid aan te houden.

Lagesnelheidsregeling (LSC) activeren

Het systeem is afhankelijk van de uitrusting van de auto op verschillende manieren te activeren.

Met de rijmodusknop*

P5-1507-drive mode scroll wheel
  • Kies de rijmodus Off Road om het systeem te activeren.
  • Kies een andere rijmodus om het systeem te deactiveren.

Op het functiescherm van het middendisplay

P5-1507-Hill descent control

Bij een auto zonder rijmodusknop bevat het functiescherm op het middendisplay een functieknop voor lagesnelheidsregeling met Hill Descent Control.

Druk voor activering van de functie herhaalde malen op de knop.
Een brandend lampje in de knop geeft aan dat de functie geactiveerd is.

 N.b.

Wanneer het LSC met HDC geactiveerd is, veranderen het gaspedaalgevoel en de motorrespons.

 N.b.

De functie wordt uitgeschakeld bij ritten op hogere snelheden en moet bij lagere snelheden opnieuw ingeschakeld worden, als dat wenselijk is.
  1. * Optie/accessoire.