Connected Safety kan via internet informatie uitwisselen tussen uw auto en andere voertuigen. Het systeem dient u om u te wijzen op een eventuele gevaarlijke verkeerssituatie later op de actuele weg.
- Waarschuwing voor het gebruik van alarmlichten
- Waarschuwing voor gladheid
Bij detectie van gladheid kan het systeem u waarschuwen. Ook bestuurders van andere voertuigen die de functie Connected Safety hebben geactiveerd kunnen via een internetverbinding worden geïnformeerd over de gladheid.
Bij auto's uitgerust met een head-updisplay verschijnen de waarschuwingssymbolen voor Connected Safety ook op dit display.
N.b.
Waarschuwing voor het gebruik van alarmlichten
Wanneer u de alarmlichten van uw eigen auto activeert, kunnen naderende voertuigen daarover bericht krijgen.
Wanneer u een voorligger met ingeschakelde alarmlichten nadert waarvoor het systeem is gewaarschuwd, verschijnt dit symbool op het instrumentenpaneel.
Wanneer u de voorligger met ingeschakelde alarmlichten dichter nadert, wordt het symbool op dubbele grootte weergegeven.
Waarschuwing voor gladheid
Als uw auto een verslechtering detecteert in de frictie tussen de banden en het wegdek, kan deze informatie worden verzonden naar naderende voertuigen.
Bij een waarschuwing voor gladheid verschijnt het nevenstaande symbool op het instrumentenpaneel – zowel in uw eigen auto als in naderende voertuigen die Connected Safety hebben geactiveerd, wanneer deze de waarschuwing hebben ontvangen en het gladde weggedeelte naderen.
Wanneer de naderende voertuigen dicht in de buurt zijn van het gladde weggedeelte, wordt het symbool op dubbele grootte weergegeven op het instrumentenpaneel.
Connected Safety activeren/deactiveren
Het systeem is op twee manieren te activeren:
Wissel tussen aan en uit met deze knop in het functiescherm op het middendisplay.
Wanneer een internetverbinding ontbreekt, kan het systeem u nog steeds waarschuwen voor gladheid als uw auto zelf gladheid detecteert.
Voor de meeste Connected Safety-functies moet de auto een internetverbinding hebben, zie Internetverbinding maken via mobiele telefoon (wifi), Internetverbinding maken via automodem (P-SIM) of Internetverbinding maken via een met Bluetooth aangesloten telefoon.
Beperkingen van Connected Safety
Alle voertuigen in een bepaald gebied krijgen niet altijd alle informatie over voertuigen met ingeschakelde alarmlichten of voertuigen die gladheid hebben gedetecteerd.
- Geen internetverbinding of een slechte internetverbinding.
- De manoeuvres (stuurbeweging, acceleratie of remmanoeuvre) van het voertuig op een glad weggedeelte zijn dermate klein dat geen frictie tussen de banden en het wegdek te detecteren is.
- Het systeem is niet ingeschakeld bij het voertuig dat gladheid heeft gedetecteerd of de alarmlichten heeft ingeschakeld.
- Het voertuig dat gladheid heeft gedetecteerd of de alarmlichten heeft ingeschakeld is niet uitgerust met het systeem.
- De gps- of satellietnavigatie vertoont storingen of is uitgevallen.
- De gladheidsdetectie of de activering van de alarmlichten vond plaats op een weg, die niet voorkomt in de database van Volvo Cars.
- Connected Safety is niet op alle markten uitgebouwd en heeft niet overal dekking – een Volvo-dealer kan informatie over de actuele gebieden verstrekken.
Waarschuwing
- Connected Safety is een systeem voor aanvullende bestuurdersondersteuning om de bestuurder te ontlasten en de rijveiligheid te verhogen, maar het systeem werkt niet in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden.
- Het systeem kan in bepaalde omstandigheden onterecht waarschuwen voor gladheid.
- Het systeem kan niet altijd andere voertuigen met ingeschakelde alarmlichten ontdekken of alle gladde weggedeelten detecteren.
- Connected Safety ontslaat u niet van de plicht om alert en adequaat te reageren, zodat u de auto altijd op een veilige manier moet blijven besturen, met inachtneming van een passende snelheid een geschikte afstand tot andere weggebruikers en met respect voor de geldende verkeersregels en -bepalingen.