Een handleiding voor een veilige autorit met uw kind
U wilt de best mogelijke bescherming voor uw baby of kind, ook in de auto. Wat is bijvoorbeeld het juiste kinderzitje? U vindt het antwoord hier.

Ouders willen hun kinderen de best mogelijke bescherming bieden, ook in de auto
Ouders willen hun kinderen de best mogelijke bescherming bieden, ook in de auto. Toch raken kinderen nog steeds gewond door bijvoorbeeld een verkeerd gemonteerd kinderzitje. Of – nog erger – doordat ze volledig vrij in de auto zitten. Vaak is een gebrek aan kennis de oorzaak. In dit artikel vertellen we hoe uuw kind het veiligst in de auto kunt vervoeren.
Slechts 40% van driejarigen gebruikt kinderzitje
Uit Zweeds onderzoek blijkt dat slechts 40% van de driejarigen in een naar achteren gericht kinderzitje zit, terwijl dit álle driejarigen zouden moeten zijn.
Ook met de passagiersairbag gaat het soms mis. In tegenstelling tot wat aanbevolen wordt, zaten sommige kinderen in een naar achteren gericht kinderzitje op de passagiersstoel voorin, terwijl de airbag actief is. Het advies is om dan de airbag uit te schakelen.
Zo veilig mogelijke autorit
Bij Volvo Cars hebben we het voordeel dat we kunnen kijken naar de veiligheid van kinderen met zowel de auto als het kinderzitje in gedachten. Op die manier kunnen we een zo veilig mogelijke autorit nastreven. De focus ligt hierbij op twee soorten kinderzitjes:
1. naar achteren gericht kinderzitje
2. zitverhoger en/of stoelverhoger
Onze belangrijkste missie? Het belang van het juiste gebruik van kinderzitjes te benadrukken, ongeacht de leeftijd, lengte en het gewicht van het kind.
Onderzoek van meer dan 40 jaar
Uit meer dan 40 jaar onderzoek blijkt dat het de veiligste manier is om een kind achterstevoren in de auto te vervoeren. Baby’s en jonge kinderen moeten zo lang mogelijk met het gezicht naar de achterkant van de auto zitten tijdens het rijden.
Zwanger? Altijd een veiligheidsgordel!
Veel vrouwen willen ook weten of het niet beter is om geen veiligheidsgordel te gebruiken als zij zwanger zijn. Ze zijn bang dat de veiligheidsriem hun ongeboren baby kan schaden. Ons advies: gebruik te allen tijde een veiligheidsgordel, ook als u zwanger bent. Belangrijk hierbij is dat de veiligheidsgordel correct wordt gedragen:
• De veiligheidsgordel moet zo dicht mogelijk bij het lichaam worden gedragen. Controleer ook of de gordel niet gedraaid is.
• De veiligheidsgordel moet strak tegen de middenschouder zitten, met het diagonale gedeelte tussen de borsten en langs de zijkant van de buik.
• Het heupgedeelte moet plat tegen de zijkant van de dij liggen, zo laag mogelijk onder de buik. De gordel moet niet omhoog over de buik schuiven.
• Zorg dat u gemakkelijk het stuur en de pedalen kunt bedienen terwijl de afstand tussen het stuur en uw bovenlichaam zo ruim mogelijk is.
Veiligheid voor het ongeboren kind
Sinds 2001 bestuderen onderzoekers van Volvo Cars de specifieke behoeften van zwangere vrouwen wat betreft veiligheid en comfort in de auto. Een van de resultaten is de ontwikkeling van een computermodel van een zwangere vrouw. Hiermee krijgen we meer inzicht in hoe een zwangere vrouw en haar ongeboren kind in de auto optimaal kunnen worden beschermd. Samen met gegevens van echte ongevallen helpt dit model ons bij een verdere ontwikkeling en evaluatie van autoveiligheid voor zwangere bestuursters en hun ongeboren kind.
Losraken van de placenta
Hoofdletsel is een van de verwondingen bij ongeboren baby's die betrokken zijn bij auto-ongelukken (zowel dodelijk als niet-dodelijk). De meest voorkomende doodsoorzaak is het gedeeltelijk of volledig losraken van de placenta. Hierdoor krijgt de foetus onvoldoende zuurstof. Onderzoekers denken dat de baarmoeder zelf elastisch is en bestand tegen vervorming tijdens een botsing, maar de placenta niet. Wat echter volkomen duidelijk is, is dat zwangere vrouwen altijd een veiligheidsgordel moeten dragen.
Geteste kinderzitjes
Elke ouder die op zoek is naar het juiste kinderzitje, weet dat dit geen gemakkelijke opgave is. Bij Volvo vind u kinderzitjes die uitgebreid zijn getest en voldoen aan de strengste eisen op het gebied van veiligheid, gebruik en montage.
Een internationale standaard
Sinds 1999 bestaat er een internationale norm met betrekking tot de montage van kinderzitjes in de auto: ISOFIX. Deze is tot stand gekomen met de medewerking van autofabrikanten, fabrikanten van kinderzitjes, overheden en andere belanghebbenden. De twee bevestigingspunten voor kinderzitjes bevinden zich tussen de rugleuning en het zitvlak van de achterbank. Hiermee zit het kinderstoeltje stevig vast aan de auto zelf. Een derde bevestigingspunt – ook wel ‘top tether’ genoemd – is bedoeld om de bovenkant van het kinderzitje vast te zetten met behulp van de veiligheidsgordel. ISOFIX-bevestigingspunten zijn te vinden in alle nieuwe auto's. Het aantal verschillende kinderzitjes met ISOFIX-bevestigingen neemt gestaag toe, maar er zijn nog steeds stoeltypes verkrijgbaar die worden vastgezet met de veiligheidsgordels.
”Kinderen vereisen specifieke kinderzitjes, een veiligheidsgordel is simpelweg niet voldoende. Het kinderzitje moet passen bij de grootte en leeftijd van het kind en moet worden vervangen al naar gelang de groei van het kind. De belangrijkste functie van het kinderzitje is om de krachten die vrijkomen tijdens een aanrijding optimaal te verdelen naar de sterkere lichaamsdelen van het kind”, zegt Lotta Jakobsson, Senior Technical Leader van het Volvo Cars Safety Center in Göteborg, Zweden.
Baby’s en peuters extra kwetsbaar
We leggen graag uit waarom wij adviseren om kinderzitjes achterwaarts te monteren. Baby’s en peuters zijn extra kwetsbaar. Hun hoofden zijn groot en zwaar in vergelijking tot de rest van het lichaam. Het hoofd van een negen maanden oude baby vertegenwoordigt 25% van het totale gewicht. Ter vergelijking: bij een volwassen man is dit slechts 6%. Het hoofdje van een baby heeft daarbij heel andere proporties. Het gezichtje is relatief klein in vergelijking tot de rest van het hoofd. Als een baby of peuter hoofdletsel oploopt, gaat het vaak om hersenschade, een stuk ernstiger dan verwondingen aan het gezicht. Dat komt ook doordat hun schedels dunner zijn dan die van volwassenen, waardoor de hersenen minder beschermd zijn.
Zacht skelet
De nekwervels van een pasgeboren baby zijn samengesteld uit afzonderlijke delen van bot die zijn verbonden door kraakbeen. Hierdoor is het skelet van een baby zacht. In de eerste drie levensjaren verandert het kraakbeen in bot en wordt het skelet harder. Dit proces gaat door tot in de pubertijd. Een soortgelijke ontwikkeling maken de spieren en ligamenten in de nek door, elastieken die de nekwervels stabiel op hun plek houden. Nekwervels veranderen ook geleidelijk van vorm gedurende de groei, van horizontaal bij een klein kind tot zadelvormig bij een volwassene. In het laatste geval grijpen de wervels in elkaar en ondersteunen ze elkaar als het hoofd naar voren wordt gegooid, bijvoorbeeld door een ongeval. Een klein kind mist deze vorm van bescherming (zie afbeelding).
Achterwaarts is de veiligste manier
Het bovenstaande verklaart waarom de baby’s en jonge kinderen zo lang mogelijk met hun gezicht naar de achterkant van de auto moeten reizen. Bij een frontale aanrijding wordt het hoofd van een naar voren gerichte inzittende met grote kracht voorwaarts geduwd. Een volwassen nek kan deze belasting relatief goed weerstaan, maar de nog niet volgroeide nek van een baby en kind beslist niet. Omdat frontale botsingen verhoudingsgewijs het meest voorkomen, is het extreem belangrijk dat de kleinste kinderen in achterwaarts gerichte kinderstoeltjes zitten.
Lotta Jakobsson van Volvo Cars: “De meeste ouders weten dat de nekspieren van kinderen in de eerste jaren zwak zijn. Maar wat velen niet weten, is dat het skelet ook nog niet volledig ontwikkeld is. Achterwaarts gerichte kinderstoeltjes verminderen het risico op verwondingen bij een aanrijding aanzienlijk. In het geval van een zware frontale botsing gaat het zelfs om het verschil tussen leven en dood.”
Veiligheidsprimeur
Het idee van het achterwaarts geplaatste kinderzitje stamt uit de jaren zestig en komt van professor Bertil Aldman (1925-1998) van de ‘Chalmers University of Technology’ in Göteborg. Volvo Cars werkte nauw samen met de professor en introduceerde in 1972 het naar achteren gerichte kinderzitje, toentertijd een veiligheidsprimeur in de auto-industrie. Een andere primeur van Volvo Cars is de zitverhoger in 1978.
“We zijn erg veiligheidsbewust en proberen alles volgens het boekje te doen. Toen we ons eerste kind kregen, hebben we zorgvuldig alle feiten gecontroleerd. Het risico op letsel bij een aanrijding is vijf keer groter als een jong kind met het gezicht naar voren zit tijdens het rijden in plaats van achterstevoren. Dus ja, onze twee kinderen zitten zo lang mogelijk achterstevoren. Mensen zeggen soms: “Ach, draai ze toch naar voren, je crasht toch nooit”, maar daar kunt u niet vanuit gaan. Veiligheid staat bij ons altijd voorop”, aldus Klara en Magnus Ledin Höglund uit Stockholm, ouders van de 3-jarige Allan en 5,5-jarige Pella.
Duizenden gevallen bestudeerd
Sinds 1976 zijn meer dan 7.000 kinderen in de leeftijd van 0-15 jaar betrokken bij auto-ongelukken die zijn opgenomen in de verkeersongevallendatabase van Volvo. In dezelfde periode is het gebruik van veiligheidsgordels en kinderzitjes enorm toegenomen, van ongeveer 20% in 1976 tot bijna 100% in de afgelopen tien jaar. Doordat het dragen van een veiligheidsgordel heel normaal is geworden en auto’s zelf ook veiliger zijn geworden, is het risico op verwondingen bij kinderen in de auto ook afgenomen.
Positief effect op letselstatistieken
De positieve effecten van het toegenomen gebruik van onder andere de veiligheidsgordel ziet u duidelijk terug in letselstatistieken. Bij bijvoorbeeld kinderen in de leeftijd van 0-15 jaar biedt de veiligheidsgordel een 68% betere bescherming tegen middelmatige en zware verwondingen (zie grafiek). Bij kinderen die naar achteren gericht in een kinderzitje zitten, is dit zelfs 90%. En ook als het kind op een zitverhoger zit, neemt het percentage toe, namelijk tot 77%.
Drie, vier jaar oud? Tijd voor een zitverhoger!
Vroeg of later is een kind het kinderzitje ontgroeid. Meestal gebeurt dit rond de leeftijd van drie of vier jaar oud. Dan is de tijd aangebroken om met het gezicht naar voren te rijden, op een zitverhoger welteverstaan. Dit kan een kussen zijn mét of zónder rugleuning. Een zitverhoger zonder rugleuning noemen we ook wel een stoelverhoger. Het geleidingsmechanisme moet dusdanig ontworpen zijn om het heupgedeelte laag voor de heupen en over de bovenkanten van de dijen te houden. Hiermee blijft de zitverhoger op zijn plaats in het geval van een aanrijding. Zowel het kind als de zitverhoger worden in ieder geval op hun plek gehouden door de veiligheidsgordel. Sommige zitverhogers kunnen met ISOFIX-bevestigingspunten aan de auto zelf vast worden gezet. Een aantal Volvo-modellen is zelfs uitgerust met een geïntegreerde zitverhoger die extra gebruiksvriendelijk is.
Niet te ver op de schouder
De belangrijkste reden voor het gebruik van een zitverhoger is dat hiermee de veiligheidsgordel op een veiligere manier gebruikt kan worden, en niet om ervoor te zorgen dat het kind meer ziet. De stelregel hierbij is hoe minder speling, hoe beter de veiligheidsgordel het kind beschermt. Het heupgedeelte van de gordel moet zo laag mogelijk worden gedragen en niet over de buik. Het diagonale gedeelte dient stevig over de schouder en borst te zitten, bij voorkeur comfortabel op de middenschouder te liggen. Het is niet schadelijk als de gordel gedeeltelijk om de nek van het kind zit. Het ziet er misschien niet comfortabel uit, maar het zorgt niet voor verwondingen in het geval van een ongeval.
Als de auto abrupt remt, beweegt het hoofd van het kind naar voren waardoor de veiligheidsgordel verder naar buiten op de schouder komt. Het risico op letsel is veel groter als de diagonale gordel te ver op de schouder ligt. Bij een ongeval kan de gordel verder langs de arm glijden, waardoor het risico op verwondingen aan het hoofd en de borst en buik toenemen.
Nooit onder de armen
Het kind mag in geen geval reizen met het diagonale gedeelte van de veiligheidsgordel onder de arm. Dan wordt in het geval van een botsing het bovenlichaam van het kind niet goed op zijn plek gehouden, waardoor er een verhoogd risico is op stoten van het hoofd. Bovendien kan de veiligheidsgordel dan doordringen tot de zachtere delen van de borst en maag. Er is een grotere kans op borst- of maagletsel doordat het menselijk skelet bij de borstkas zwakker is. De veiligheidsgordel biedt optimale bescherming als hij over de sterkere lichaamsdelen wordt geplaatst, zoals het bekken, de ribbenkast en de schouder.
Gebruik nooit een gewoon zacht kussen
Kies altijd voor een goedgekeurde zitverhoger in plaats van bijvoorbeeld een normaal kussen. Die is te zacht en kan niet goed bevestigd worden. Bij een crash wordt een normaal kussen platgedrukt, waardoor het kind naar voren glijdt, onder de veiligheidsgordel door.
Belangrijke factor: de bekkenkam van een kind
Een belangrijke factor die een kind kwetsbaarder maakt dan een volwassene, is dat het bekken van een kind nog niet volgroeid is. Met name de structuur van de bekkenkam, de bovenkant van het bekkenbot, wijkt nog te veel af van die van een volwassene. De hoekige vorm van de bekkenkam in volwassen heupen helpt de heupgordel laag naar beneden te houden in het geval van een crash. Hierdoor glijdt de gordel niet omhoog, waar die mogelijk organen beschadigt. Tot een leeftijd van ongeveer 10 jaar heeft de bekkenkam een rondere vorm die de gordel minder in de weg zit.
Zitverhoger zorgt voor beter functionerende veiligheidsgordel
De juiste zitverhoger zorgt ervoor dat de veiligheidsgordel beter functioneert ten opzichte van het lichaam van een kind. Het kind zit hoger, zodat het heupgedeelte van de veiligheidsgordel over de dijen kan worden geplaatst. Dit vermindert het risico dat de buik in aanraking komt met de veiligheidsgordel. Een belangrijk kenmerk is het geleidingsmechanisme voor een juiste positie van de gordel. Dat houdt de gordel op zijn plaats in het geval van een ongeval. Deze veiligheidsfunctie is niet nodig voor geïntegreerde zitverhogers.
Zitverhoger geadviseerd tot een leeftijd van 10 jaar
De juiste zitverhoger zorgt er ook voor dat het kind in een meer rechtopstaande positie zit en dat het dijbeen actief ondersteund wordt, zodat het kind niet de neiging heeft om in de stoel onderuit te zakken. Volvo Cars adviseert dat kinderen tot een lengte van ongeveer 140 centimeter en een leeftijd van 10 jaar een zitverhoger gebruiken.
Onderzoek sinds begin jaren zeventig
Sinds het begin van de jaren zeventig doet het Volvo Traffic Accident Research Team onderzoek naar verkeersongevallen in Zweden met relatief nieuwe Volvo’s. De bevindingen van het team worden toegevoegd aan een database die tot nu toe meer dan 42.000 crashes gedocumenteerd heeft. Hierbij waren meer dan 70.000 mensen betrokken, onder wie ook kinderen. Een uiterst waardevolle bron voor onderzoekers die meer willen weten over de veiligheid van onder meer baby’s en kleine kinderen in de auto.
Op de hoogte blijven? Meld u aan voor onze nieuwsbrief.