Ventilatorstand achterin* regelen
De ventilator is in te stellen op diverse automatisch geregelde ventilatorstanden voor de achterstoelen.
Ventilatorstand voorin regelen
Open het klimaatveld op het middendisplay door op de temperatuurknop onderaan in het midden van het middendisplay te drukken.
Kies het tabblad Achter.
Druk op de gewenste ventilatorstand: OFF, 1-5 of Max.
De ventilatorstand wordt aangepast en de knoppen voor de gekozen stand gaan branden.
Ventilatorstand achterin regelen
Druk op de ontgrendelingsknop op het klimaatpaneel van de tunnelconsole om toegang te krijgen tot de bediening.
Druk op de gewenste ventilatorstand: 1 – 5.
De ventilatorstand wordt aangepast en de knoppen voor de gekozen stand gaan branden.
N.b.
De ventilatorstand voor achterin is niet in te stellen als de ventilatorstand voor voorin is ingesteld op uitgeschakeld.
Om het geluidsniveau te verlagen, wordt de ventilatorstand voor achterin beperkt afhankelijk van in welke stand de ventilator voor voorin staat.
De ventilatorstand voor achterin is alleen uit te schakelen via het klimaatscherm op het middendisplay.
N.b.
De klimaatregeling past de luchtstroom zo nodig automatisch aan, wat betekent dat de ventilatorsnelheid kan veranderen ondanks dat de ventilatorstand ongewijzigd is.
Een hoge ventilatorstand op de achterbank kan voor meer geluid voorin zorgen.