Meldingen
Bij een te lage bandenspanning gaat het waarschuwingslampje (
) op het instrumentenpaneel branden en verschijnt een van de volgende meldingen:
- Bandenspanning laag Controleer band rechtsvoor
- Bandenspanning laag Controleer band linksvoor
- Bandenspanning laag Controleer band rechtsachter
- Bandenspanning laag Controleer band linksachter
- Bandenspanning laag Controleer banden
- Bandensp.systeem Service vereist
Belangrijk
op het instrumentenpaneel eerst ca. 1 minuut lang knipperen waarna het continu blijft branden. Er verschijnt tevens een melding op het instrumentenpaneel.Ook mét dit systeem moet u het normale onderhoud aan de banden blijven plegen.
TM herkalibreren
TM kan alleen correct werken, wanneer er een referentiewaarde voor de bandenspanning is vastgesteld. Dit moet na iedere bandenwissel of wijziging in de bandenspanning gebeuren.
Herkalibreren
Het TM is daarmee geherkalibreerd waarna de nieuwe referentiewaarde van kracht is, totdat u de stappen 1–5 herhaalt.
N.b.
N.b.
- Plaats na het oppompen van een band altijd het ventieldopje terug om schade aan het ventiel door grind, vuil e.d. te voorkomen.
- Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen ventieldopjes kunnen roesten en zijn moeilijk los te draaien.
Status systeem en banden
De status wordt voor alle banden afzonderlijk aangegeven met een bepaalde kleur:
- Alle wielen groen: het systeem werkt naar behoren en voor alle banden ligt de actuele bandenspanning iets boven het aanbevolen niveau.
- Eén oranje wiel: de bandenspanning van het desbetreffende wiel is te gering.
- Alle wielen oranje: de bandenspanning van twee of meer wielen is te gering.
- Alle wielen grijs: het systeem is op dit moment niet beschikbaar. Om het systeem weer te activeren moet u mogelijk enkele minuten in de auto rijden op een snelheid hoger dan 30 km/h.
- Alle wielen grijs in combinatie met de melding Bandensp.systeem Service vereist: er is een storing opgetreden in het systeem. Neem contact op met een Volvo-dealer of -werkplaats.
Waarschuwingsmeldingen verwijderen
Als er een bandenspanningsmelding is verschenen en het waarschuwingslampje voor TM brandt:
N.b.
- Het TM hanteert een zogeheten spanningswaarde die gecorrigeerd is op basis van de banden- en buitentemperatuur. Dit betekent dat de bandenspanning iets kan afwijken van de aanbevolen spanningswaarden die staan aangegeven op de bandenspanningssticker op de B-stijl aan bestuurderszijde (tussen voor- en achterportier). Het is mogelijk dat u de banden tot een iets hogere waarde moet oppompen om de melding voor een lage bandenspanning te laten verdwijnen.
- Controleer de bandenspanning bij koude banden om de verkeerde bandenspanning tegen te gaan. Koude banden hebben dezelfde temperatuur als de omgeving (na ca. 3 uur stilstand). Al na enkele kilometers rijden worden de banden warm en loopt de spanning op.
Waarschuwing
- Een verkeerde bandenspanning kan tot bandenpech leiden, waarbij u de controle over de auto kunt verliezen.
- Het systeem kan plotselinge bandenschade onmogelijk voorzien.