Schuif-/kanteldak* bedienen

Bij bediening via de bedieningselementen aan het plafond schuift het schuif-/kanteldak eerst horizontaal openen tot in de comfortstand.

In de ventilatiestand wordt het schuif-/kanteldak aan de achterkant opengekanteld.

 Waarschuwing

Kinderen, andere passagiers of voorwerpen kunnen bekneld raken door de bewegende delen van het schuifdak.

  • Let altijd op bij bediening van het schuifdak.
  • Laat kinderen niet met de bediening spelen.
  • Onderbreek altijd de stroom naar het schuifdak door het elektrische systeem van de auto in contactslotstand 0 te zetten en neem vervolgens de transpondersleutel mee uit de auto.

 Belangrijk

Open het schuifdak niet, wanneer lastdragers zijn gemonteerd.
P5-1617-Panorama roof - switch
  1. P5-Icon red arrow 1Openen, handmatig
  2. P5-Icon red arrow 2Openen, automatisch
  3. P5-Icon red arrow 3Sluiten, handmatig
  4. P5-Icon red arrow 4Sluiten, automatisch

Om het schuif-/kanteldak te kunnen bedienen moet het elektrische systeem van de auto minimaal in contactslotstand I staan.

Handmatige bediening

Schuif-/kanteldak openen – duw de bedieningsknop achteruit naar de stand voor handmatig openen. Het schuif/kanteldak bereikt eerst de comfortstand1. Om het dak maximaal te openen – duw de bedieningsknop een tweede maal naar achteren.

Sluit het schuif-/kanteldak door de voorgaande procedure in omgekeerde volgorde te doorlopen – duw de bedieningsknop nu echter vooruit/omlaag naar de stand voor handmatig sluiten.

Het schuif-/kanteldak komt tot stilstand, als u de bedieningsknop loslaat of als het schuif-/kanteldak de comfortstand heeft bereikt of maximaal geopend of gesloten is.

Volautomatische bediening

Schuif-/kanteldak openen – duw de bedieningsknop achteruit naar de stand voor automatisch openen en laat los. Het schuif/kanteldak bereikt eerst de comfortstand1. Om het schuif-/kanteldak maximaal te openen – duw de bedieningsknop een tweede maal naar achteren naar de stand voor automatisch openen en laat de knop weer los.

Sluit het schuif-/kanteldak door de voorgaande procedure in omgekeerde volgorde te doorlopen – duw de bedieningsknop nu echter vooruit/omlaag naar de stand voor automatisch sluiten.

Het schuif-/kanteldak komt tot stilstand, wanneer u de bedieningsknop loslaat of wanneer het schuif-/kanteldak de comfortstand heeft bereikt of maximaal geopend of gesloten is. De beweging wordt eveneens onderbroken, als u tijdens de beweging de bedieningsknop opnieuw bedient.

De beweging van het schuif-/kanteldak wordt niet onderbroken als het schuif-/kanteldak de comfortstand bereikt bij sluiten vanuit maximaal geopende stand.

Ventilatiestand

P5-1507-Tilt opening/closing roof
Ventilatiestand, achterkant verticaal opengekanteld.
  1. P5-Icon red arrow 1Kantel het schuif-/kanteldak open door de bedieningsknop omhoog te duwen.
  2. P5-Icon red arrow 2Sluit het door de bedieningsknop naar voren/onder te duwen.

Bij activering van de ventilatiestand wordt het schuif-/kanteldak aan de achterkant opengekanteld.

Sluiten met transpondersleutel, knop voor centrale vergrendeling of portiergreep

een transpondersleutel

Druk lang op de vergrendelingsknop P5-1507 Remote key icon for lock/global close van de transpondersleutel totdat het schuif-/kanteldak in beweging komt richting de gesloten stand. Laat de vergrendelingsknop vervolgens los.

De beweging stopt als u nogmaals op de vergrendelingsknop op de transpondersleutel drukt of wanneer het schuif-/kanteldak de gesloten stand heeft bereikt.

Knop voor centrale vergrendeling

16w17 - P5 - Central locking front door
Knop voor centrale vergrendeling.
Wanneer u het elektrische systeem van de auto minimaal in contactslotstand I zet, kunt u de knop voor centrale vergrendeling op het bestuurdersportier of het passagiersportier* gebruiken om het schuif-/kanteldak te sluiten.
Druk lang op de knop voor centrale vergrendeling P5-1507 Central locking icon - lock van de transpondersleutel totdat het schuif-/kanteldak in beweging komt richting de gesloten stand. Laat de knop vervolgens los.

De beweging stopt als u nogmaals op de knop voor centrale vergrendeling op de transpondersleutel drukt of wanneer het schuif-/kanteldak de gesloten stand heeft bereikt.

Portiergrepen

Auto's uitgerust met passieve vergrendeling/ontgrendeling* hebben een aanrakingsgevoelige verdieping aan de buitenkant van de portiergrepen.

Leg uw vinger tegen de aanraakgevoelige verdieping aan de buitenkant van een van de portierhandgrepen totdat het schuif-/kanteldak in beweging komt richting de gesloten stand. Laat daarna de verdieping in de portierhandgreep los.

De beweging stopt als u uw vinger weer tegen de verdieping van de portierhandgreep legt of wanneer het schuif-/kanteldak de gesloten stand heeft bereikt.

 Waarschuwing

Als u het schuifdak met de transpondersleutel, de knop voor de centrale vergrendeling of de portiergreep sluit, moet u controleren of niemand bekneld raakt.

 Belangrijk

Controleer of het schuifdak bij het sluiten goed vergrendelt.

Zonnescherm

Aan de binnenkant van het schuifdak zit een handbediend zonnescherm. Het zonnescherm glijdt automatisch naar achteren bij het openen van het schuif-/kanteldak. Pak de handgreep vast en schuif het zonnescherm naar voren om het te sluiten.

Inklembeveiliging

Het schuif-kanteldak is voorzien van een inklembeveiliging die wordt geactiveerd, als het schuif-/kanteldak tijdens het sluiten door een voorwerp wordt geblokkeerd. Het schuif-/kanteldak komt dan tot stilstand en wordt vervolgens geopend tot op zo'n 50 mm van de geblokkeerde stand (of tot de maximale ventilatiestand). De inklembeveiliging werkt ook bij het openen van het schuif-/kanteldak.

Ook als de inklembeveiliging in werking is getreden, is het mogelijk om het schuif-/kanteldak nog een keer zonder inklembeveiliging in dezelfde richting te bewegen, op voorwaarde dat deze beweging binnen 10 seconden na activering van de inklembeveiliging wordt gestart. Wanneer sluiten onmogelijk is door bijvoorbeeld ijsvorming rond het schuif-/kanteldak, is de inklembeveiliging met andere woorden op te heffen. U doet dat door de bedieningsknop vooruit/omlaag te duwen, totdat het schuif-/kanteldak dichtstaat.

  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 De comfortstand is de stand waarbij het schuif-/kanteldak zover geopend is dat rijwind- en resonantiegeluiden op een aangenaam laag niveau liggen.