Rempedaal
De auto is uitgerust met twee remcircuits. Als een van de remcircuits beschadigd raakt, neemt de rempedaalweg toe en moet u meer druk uitoefenen voor een normale remwerking.
De druk die u uitoefent op het rempedaal wordt versterkt door de rembekrachtiging.
Waarschuwing
Wanneer u met de motor afgezet remt doet het rempedaal stug aan en kost het u meer kracht om de auto te remmen.
Bij auto’s met de functie Hellingrem (HSA)** veert het rempedaal langzamer dan normaal terug in de uitgangspositie, als de auto op een helling of ongelijkmatige ondergrond geparkeerd staat.
In bergachtig gebied of bij het rijden met een zware belading kunt u de remmen ontzien door op de motor af te remmen. U benut de remmende werking van de motor het best, wanneer u tijdens het afdalen dezelfde versnelling inschakelt als bij het oprijden van een helling.
Voor algemener informatie over een zware belasting van de auto, Motorolie - ongunstige rijomstandigheden.
Remmen op natte wegen
Als langere tijd wordt gereden bij harde regen en zonder te remmen, kan bij de eerste keer remmen het remvermogen wat zijn verminderd. Dit kan ook het geval zijn na het wassen van de auto. In dat geval is het noodzakelijk het rempedaal verder in te trappen. Houd om die reden meer afstand aan tot uw voorligger.
Rem hard met de auto na op natte wegen te hebben gereden of het wassen van de auto. De remschijven warmen dan op, drogen sneller en zijn beschermd tegen corrosie. Houd bij het remmen rekening met de actuele verkeerssituatie.
Remmen op met zout gestrooide wegen
Bij rijden op wegen waar zout is gestrooid, kan zich een zoutlaag op de remschrijven en remvoering afzetten. Dit kan de remweg verlengen. Houd daarom extra veel afstand aan tot uw voorligger. Let ook op dat u:
- Af en toe remt om eventuele zoutafzetting te verwijderen. Let op dat u andere verkeersdeelnemers niet in gevaar brengt bij het remmen.
- Trap het rempedaal na de rit en voordat u de volgende rit begint voorzichtig in.
Onderhoud
Om de verkeersveiligheid, bedrijfszekerheid en betrouwbaarheid van de auto op een hoog peil te houden, dient u de service-intervallen van Volvo aan te houden zoals omschreven in het Service- en garantieboekje.
Nieuwe en vervangen remvoeringen en remschijven remmen pas optimaal na een paar honderd kilometer te zijn 'ingesleten'. Compenseer het verminderde remvermogen door het rempedaal harder in te trappen. Volvo raadt aan om alleen remvoeringen te monteren die zijn goedgekeurd voor uw Volvo.
Belangrijk
De onderdelen van het remsystemen moeten regelmatig op slijtage worden gecontroleerd.
Informeer bij een werkplaats hoe dat in zijn werk gaat of laat de controle over aan de werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Symbolen op instrumentenpaneel
Symbool | Betekenis |
---|---|
Brandt continu – controleer het remvloeistofpeil. Vul remvloeistof bij als het peil te laag ligt en controleer tevens de oorzaak van het remvloeistofverlies. | |
Brandt tijdens het starten van de motor 2 seconden continu - automatische functietest. |
Waarschuwing
Als en tegelijk branden, kan er een storing in het remsysteem zijn ontstaan.
Als het niveau in het remvloeistofreservoir in dat geval normaal is, moet u voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats rijden om het remsysteem te laten controleren - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Als de remvloeistof onder het MIN-niveau in het remvloeistofreservoir ligt, mag u pas verder rijden als de remvloeistof is bijgevuld.
De oorzaak van het remvloeistofverlies moet worden gecontroleerd.