Elektrisch bedienbare ruiten
Vanaf het bedieningspaneel van het bestuurdersportier zijn alle elektrisch bedienbare ruiten te bedienen. Vanaf de bedieningspanelen van de overige portieren zijn alleen de ruiten van het desbetreffende portier te bedienen.

Elektrisch kinderslot dat voorkomt dat kinderen de achterportieren vanaf de binnenzijde kunnen open* en de portierruiten achter kunnen openen/sluiten, zie Kinderslot - elektrische activering*.
Bedieningsknoppen voor achterste zijruiten
Bedieningsknoppen voor voorste zijruiten
Let er bij het sluiten van de ruiten vanaf het bestuurdersportier op dat kinderen en/of andere inzittenden niet bekneld kunnen raken.Waarschuwing
Let er bij het sluiten van de ruiten met behulp van de transpondersleutel op dat kinderen en/of andere inzittenden niet bekneld kunnen raken.Waarschuwing
Als er kinderen in de auto aanwezig zijn, moet altijd de stroom naar de elektrisch bedienbare ruiten worden onderbroken door te kiezen voor sleutelstand 0 en vervolgens de transpondersleutel mee te nemen uit de auto. Voor informatie over sleutelstanden, zie Contactslotstanden - functies in verschillende standen.Waarschuwing
Bediening

Handmatige bediening
Automatische bediening
Vanaf het bedieningspaneel van het bestuurdersportier zijn alle elektrisch bedienbare ruiten te bedienen. Vanaf de bedieningspanelen van de overige portieren zijn alleen de ruiten van het desbetreffende portier te bedienen. Er kan slechts één bedieningspaneel tegelijk worden bediend.
Om de elektrisch bedienbare ruiten te kunnen gebruiken moet de sleutelstand minimaal I zijn - zie Contactslotstanden - functies in verschillende standen. Na uitschakeling van de motor kunnen de elektrisch bedienbare ruiten gedurende enkele minuten na verwijdering van de transpondersleutel worden bediend, maar niet nadat er een portier is geopend.
De ruiten komen tot stilstand en worden geopend, als ze tijdens het sluiten in hun beweging worden gehinderd. Wanneer sluiten onmogelijk is door bijvoorbeeld ijsvorming, kan de inklembeveiliging worden opgeheven. Wanneer de zijruiten tweemaal achtereen niet konden worden gesloten, wordt de inklembeveiliging korte tijd gedeactiveerd. Sluiten is daarna mogelijk door de bedieningsknop omhoog te trekken en vast te houden.
Om het pulserende windgeluid te verminderen als de beide achterruiten open staan, kunt u de voorste ruiten ook een stukje openen.N.b.
Handmatige bediening
Trek voorzichtig een van de bedieningsknoppen omhoog of duw er een omlaag. De elektrisch bedienbare zijruiten komen steeds verder omhoog of omlaag zolang u de bedieningsknop bedient.
Automatische bediening
Trek een van de bedieningsknoppen omhoog of duw er een omlaag en laat deze vervolgens los. De bijbehorende zijruit gaat automatisch volledig open of dicht.
Bedienen met transpondersleutel of knop voor centrale vergrendeling
Om de elektrisch bedienbare zijruiten vanaf de buitenzijde te bedienen met de transpondersleutel of vanaf de binnenzijde met de knop voor centrale vergrendeling, zie Transpondersleutel - functies of Vergrendelen/ontgrendelen - van de binnenzijde.
Resetten
- Trek de knop aan de voorkant omhoog om de ruit helemaal te sluiten en houd de knop een seconde in deze stand vast.
- Laat de knop korte tijd los.
- Trek de voorkant van de knop opnieuw een seconde omhoog.
Resetten is nodig om de klembeveiliging te laten werken.Waarschuwing