Opladen hybride-accu

Naast een brandstoftank zoals in een conventionele auto is de auto ook uitgerust met een oplaadbare accu, een zogeheten hybride-accu, van het lithiumion-type.

De hybride-accu wordt geladen met behulp van een laadkabel met regeleenheid die onder de laadvloer in de bagageruimte wordt bewaard, zie Laadkabel met regeleenheid.

 N.b.

Gebruik een door Volvo aanbevolen laadkabel die voldoet aan de normen IEC 62196 en IEC 61851, omdat een dergelijke kabel voorzien is van temperatuurcontrole.

De tijd die nodig is om de hybride-accu te laden is afhankelijk van welke laadstroom wordt gebruikt.

Tijdens het laden en meteen daarna staat de actuele ladingstoestand op het display van de regeleenheid voor de laadkabel.

Tijdens het opladen van de hybride-accu wordt ook de startaccu van de auto opgeladen.

Als de hybride-accu een temperatuur heeft lager dan –10 ºC of hoger dan 30 ºC zijn er mogelijk beperkingen/wijzigingen van bepaalde autofuncties van kracht. Het is ook mogelijk dat functies niet beschikbaar zijn, omdat de capaciteit van lithiumion-accu’s buiten het gegeven temperatuurinterval afneemt.

Een voorbeeld hiervan is dat de rijstand PURE (zie Aandrijving en rijstanden) niet kan worden gekozen, als de temperatuur in de accu te laag of te hoog is.

Laden met een vaste regeleenheid volgens mode 31

Op bepaalde markten zit de regeleenheid vast in een laadstation dat op het stroomnet is aangesloten. De laadkabel heeft dan geen eigen regeleenheid. In plaats daarvan heeft deze een speciale connector om de laadkabel op het laadstation aan te sluiten. Volg de instructies op het laadstation.

  1. 1 Europese standaard - EN 61851-1.