Als de auto merkt dat de bestuurder minder geconcentreerd is, worden er een geluidssignaal en melding gegeven.
| Aandacht in de gaten houden | Een camera volgt de bewegingen van je gezicht en ogen om te bepalen waar je aandacht ligt. |
| Manoeuvreren | Een analyse van de manier waarop je de auto manoeuvreert, kan een indicatie geven van verminderde concentratie. Een voorbeeld hiervan is zwalken in de rijstrook. |
Waarschuwingsfunctie bij afleiding
Je concentratie tijdens het rijden wordt continu door de camera's in je auto in de gaten gehouden. Als je ongeconcentreerd of afgeleid lijkt, kan de auto je waarschuwen met geluidssignalen en meldingen op het bestuurdersdisplay.
Afleidingswaarschuwingen zijn standaard ingeschakeld voor elke nieuwe rijcyclus en kunnen tijdelijk worden uitgeschakeld in de instellingen of snelbediening.
Waarschuwingen voor een vermoeide of suffe bestuurder
Je auto houdt ook bepaalde aspecten van jou tijdens het rijden in de gaten. Bepaalde rijpatronen, zoals te veel over de rijstrook zwalken, kunnen indicaties zijn dat de bestuurder vermoeid of suf is.
Als de auto tekenen van vermoeidheid of sufheid detecteert, word je gewaarschuwd met een geluidssignaal en een melding op het bestuurdersdisplay. Als je de melding negeert en je hetzelfde blijft gedragen, dan worden de waarschuwingen intensiever. Deze waarschuwingen kunnen niet worden uitgeschakeld.
Waarschuwing
Het belang van een goed uitgeruste bestuurder
Meldingen over tekenen van vermoeidheid moeten serieus worden genomen, omdat een vermoeide bestuurder vaak niet in de gaten heeft dat hij of zij moe is. Als je moe bent of een melding hierover van de auto krijgt, zet de auto dan zo snel mogelijk stil op een geschikte locatie en neem een pauze. Plan altijd regelmatige pauzes in en begin uitgerust aan elke rit.
Rijden als je moe bent is vergelijkbaar met rijden als je alcohol hebt gedronken.
Voorwaarden en limieten
De afleidingswaarschuwing wordt geactiveerd wanneer je rijsnelheid hoger is dan 20 km/u (12 mijl/u).
Waarschuwingen voor een vermoeide of slaperige bestuurder worden voor het eerst geactiveerd wanneer je rijsnelheid hoger is dan 65 km/u (40 mijl/u), maar blijft actief zolang je rijdt met snelheden hoger dan 60 km/u (37 mijl/u).
- Het systeem kan alleen in de gaten houden of de bestuurder goed oplet als het gezicht van de bestuurder goed zichtbaar is.
- Verkeerd opgeborgen voorwerpen kunnen het beeld van de bestuurder belemmeren, net als stof en vuil op de cameralens. Houd de bestuurdersruimte schoon en opgeruimd.
- Het dragen van bepaalde kleding en accessoires kan delen van het gezicht van de bestuurder die zichtbaar moeten zijn om de aandacht in de gaten te houden belemmeren, zoals de ogen.
- Bepaalde omstandigheden hebben invloed op hoe goed je auto je rijgedrag en manoeuvreren in de gaten kan houden. Dat heeft weer invloed op hoe goed de functie tekenen van verminderde concentratie of vermoeidheid bij de bestuurder kan onderscheiden.
- Functies die helpen om in de juiste rijstrook te blijven rijden, kunnen soms compenseren voor manoeuvres die een verminderde concentratie zouden kunnen aangeven. Hierdoor wordt het lastiger om een verminderde concentratie waar te nemen vergeleken met rijden zonder die functies.
- Omstandigheden zoals harde wind of een oneffen wegdek kunnen je rijgedrag op dezelfde manier beïnvloeden als een gebrek aan concentratie. Hierdoor kunnen er waarschuwingen worden weergegeven, ondanks dat de bestuurder volledig geconcentreerd achter het stuur zit.
Lees het aparte deel over voorwaarden en beperkingen van het gedragsdetectiesysteem voor de bestuurder van de auto, en de camera's en radars, zodat je begrijpt wat er gebeurt met functies die op dit soort systemen vertrouwen.
Belangrijk
Verantwoordelijkheid van de bestuurder
Waarschuwingen over een verminderde concentratie onder het rijden zijn een aanvulling op veilig rijgedrag. Het is de volledige verantwoordelijkheid van de bestuurder om alert en geconcentreerd te blijven onder het rijden.
