Remfunctie bij langzaam rijdend verkeer en stilstand
Na korte stops tot zo'n 3 seconden tijdens filerijden of voor verkeerslichten rijdt de auto automatisch verder. Duurt het langer voordat een voorligger weer gaat rijden, dan worden de rijhulpsystemen stand-by gezet met automatische remfunctie.
- Druk op de stuurknop
. - Trap het gaspedaal in.
Waarschuwing
, kan er een markante snelheidstoename volgen. Waarschuwing
- Wacht een waarschuwing of ingreep nooit af, maar rem als dat nodig is.
N.b.
De rijhulpsystemen kunnen de auto maximaal 10 minuten stilhouden – daarna wordt de parkeerrem aangezet, waarna de functie wordt uitgeschakeld.
Om de rijhulpsystemen te kunnen heractiveren, moet u eerst de parkeerrem lossen.
Annulering van automatische remfunctie
In bepaalde situaties wordt het automatisch remmen bij stilstand geannuleerd en wordt de functie stand-by gezet. Dat betekent dat de remmen worden gelost en de auto mogelijk gaat rollen – u moet daarom ingrijpen en zelf remmen om de auto stil te houden.
- U bedient het rempedaal.
- U zet de parkeerrem aan.
- U zet de schakelhendel in de stand P, N of R.
- U zet Pilot Assist stand-by.
Automatische activering van parkeerrem
- U opent het bestuurdersportier of maakt de veiligheidsgordel los.
- De functie heeft de auto langer dan ongeveer 10 minuten staande gehouden.
- De remmen zijn oververhit geraakt.
- U schakelt de motor uit.